58.
Instelling m.b.v. een juist passende inbussleutel (8 mm).
59.
Het toestel dient zowel cv-zijdig als tapwaterzijdig te worden afgetapt.
De tapspiraal kan uit het toestel genomen worden als de twee T-stukken aan iedere zijde van de spiraal met behulp
van de vlakke koppelingen, worden losgenomen.
De bevestigingsbeugel aan de onderzijde van de spiraal losnemen.
De ruimte tussen de binnenbuis en de buitenbuis wordt doorspoeld met sanitair water en zal mogelijkerwijze verkalkt
of vervuilt zijn. Dit gedeelte dient gespoeld te worden.
60.
Het is mogelijk dat printplaat stekker niet goed is gemonteerd waardoor de bedrading niet met de juiste pennen
communiceert. Controleer zowel aan de linkerzijde van de printplaatstekker als aan de rechterzijde, om te constateren,
of de stekker(s) juist zijn gemonteerd.
61.
Het defect aan een gasblok kan meestal twee oorzaken hebben: de magneetspoelen zijn defect of er is een intern
defect van de gasklep. In beide gevallen is het aan te raden de gehele gasklep te vervangen.
62.
M.b.v. de speciale 'service software' kan de ketelregeling aangepast worden. Indien de gewijzigde parameters
geprogrammeerd worden, is dit de bevestiging dat de ketelregeling de nieuwe parameters heeft geaccepteerd.
63.
Er dient met de juiste software (dit contoleren s.v.p.) geprogrammeerd te worden. Tevens dienen de uiterste waarden
niet overschreden te worden. Tracht nogmaals te programmeren.
64.
Met een universeelmeter dient de voedingsspanning gecontroleerd te worden. Indien de spanning juist is (moet liggen
tussen 190 en 250 V) dient de branderautomaat vervangen te worden.
65.
Om de Info knop te kunnen herstellen, kan het display van de plastic afstandshouders genomen worden en kan
nogmaals gecontroleerd worden op een correcte werking. Als negatief, dan dient het display vervangen te worden.
Als het display functioneert buiten het toestel, dan dient gecontroleerd te worden, of de knop door de kunststof
afdekking voldoende ruimte heeft (wordt geblokkeerd). Gangbaar maken.
66.
Controleer instellingen van het installatiemenu: programma regel 1 moet op '0' worden ingesteld.
67.
Controleer de werking en de filters van de ventilatie, controleer de kabelverbinding tussen ketel en koppelstuk.
68.
De waterhoeveelheidsinstelkraan moet op de waarde worden ingesteld volgens tabel 4 pagina 16.
69.
Voeding heeft geen randaarde.
Tabel 13 - Oplossingen storingen.
30