8.13
Ontluchten
Met de installatieassistent kunt u de ontluchtingsprogram-
ma's uitvoeren.
▶
Lees daarvoor het hoofdstuk Ontluchting.
(→ Hoofdstuk 8.5)
8.14
Installateurniveau oproepen
1.
Druk tegelijk op
en
Navigeer naar het menu → Installateurniveau en be-
2.
vestig met
(Ok).
3.
Stel de waarde 17 in en bevestig met
8.15
Installatieassistent opnieuw starten
U kunt de installatieassistent altijd opnieuw starten door hem
in het menu op te roepen.
Menu → Installateurniveau → Start instal. ass..
8.16
Configuratie controleren
U kunt de belangrijkste installatieparameters nog eenmaal
controleren en instellen. Roep voor het configureren het me-
nupunt Toestel configuratie op.
Menu → Installateurniveau → Toestel configuratie.
8.17
Statistieken oproepen
Menu → Installateurniveau → Testmenu → Statistieken
U kunt met de functie de statistieken voor de warmtepomp
oproepen.
8.18
Afwerklaagdroging
–
Voorwaarde: geen systeemthermostaat aangesloten
Opgelet!
Gevaar voor schade aan het product door
niet uitgevoerde ontluchting
Zonder ontluchting van het CV-circuit kan
schade aan het systeem ontstaan.
▶
Wanneer het drogen van de dekvloer
zonder systeemthermostaat is geacti-
veerd, ontlucht u het systeem handma-
tig. Er vindt geen automatische ontluch-
ting plaats.
–
Met deze functie kunt u een pas gelegde afwerklaag vol-
gens de bouwvoorschriften volgens een vastgelegd tijds-
en temperatuurplan "droogstoken", zonder dat een sys-
teemthermostaat is aangesloten.
VIH QW 190/6
De afwerklaagdroging is met dit product zonder elektrische
hulpverwarming alleen mogelijk, wanneer de retourtempera-
tuur hoger ligt dan 10 °C. Dat komt overeen met een buiten-
temperatuur van ongeveer +5 °C. Bij buitentemperaturen on-
der +5 °C bestaat het gevaar, voor toenemende ijsvorming
op de lamellenwarmtewisselaar.
Als de vloerdroogfunctie geactiveerd is, dan zijn alle geko-
zen modi onderbroken. De functie regelt de aanvoertempe-
ratuur van het geregelde CV-circuit onafhankelijk van de bui-
tentemperatuur volgens een tevoren ingesteld programma.
38
.
.
Het display geeft de gewenste aanvoertemperatuur aan. De
lopende dag kunt u handmatig instellen.
Dagen na de start van de
functie
1
2
3
4
5
6 - 12
13
14
15
16
17 - 23
24
25
26
27
28
29
De dagwisseling is altijd om 24:00 uur, ongeacht wanneer u
de functie start.
Na net-uit/net-aan start de vloerdroogfunctie met de laatste
actieve dag.
De functie eindigt automatisch als de laatste dag van het
temperatuurprofiel afgelopen is (dag = 29) of als u de start-
dag op 0 zet (dag = 0).
8.18.1 Drogen dekvloer activeren
1.
Druk op de ontstoringstoets.
2.
Houd bij opnieuw starten van het display de
net zolang ingedrukt, tot de taalkeuze wordt geopend.
3.
Stel de gewenste taal in. (→ Hoofdstuk 4.4.8)
4.
Druk op de
-toets, om de voedingsspanning van de
hulpverwarming te selecteren.
5.
Druk op de
-toets, om het vermogen van de hulpver-
warming te selecteren.
6.
Druk op de
-toets, om de startdag van het drogen
van de dekvloer te selecteren.
◁
Het drogen van de dekvloer wordt gestart en het
display toont de actuele aanvoertemperatuur en de
rechter statusbalk geeft de systeemdruk aan.
7.
Roep tijdens het actieve programma actuele statusmel-
dingen van het systeem op in het display.
8.
Druk daarvoor tegelijkertijd op de toetsen
9.
Verander eventueel tijdens het actieve programma de
instellingen voor de functie.
10.
Ga in de programmastappen terug, om de instellingen
of de actuele dag te veranderen.
◁
Wanneer het drogen van de dekvloer tot dat 29
succesvol is verlopen, wordt in het display de mel-
ding Drogen dekvloer beëindigd weergegeven.
▽
Wanneer in het verloop van het drogen van de dek-
vloer een fout optreedt, wordt in het display de mel-
ding Fout getoond.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020291517_02
Gewenste aanvoertempera-
tuur voor deze dag [°C]
25
30
35
40
45
45
40
35
30
25
10 (Functie vorstbescherming,
pomp in bedrijf)
30
35
40
45
35
25
-toets
en
.