Schuiven
Hiermee kunt u door de inhoud schuiven. De
schuiffunctie omvat het volgende:
Pannen — Hiermee kunt u de focus op het
geselecteerde object verplaatsen wanneer niet
het hele object zichtbaar is.
Beweeg twee vingers in
de gewenste richting om
het geselecteerde object
te pannen.
Verticaal schuiven — Hiermee kunt u omhoog
of omlaag in het actieve venster schuiven.
Beweeg een vinger omhoog
of omlaag om verticaal
te bladeren.
Uw XPS-laptop gebruiken
Horizontaal schuiven— Hiermee kunt u naar
links of naar rechts bladeren in het actieve
venster.
Beweeg een vinger
naar rechts of links om
horizontaal te bladeren.
Draaien
Hiermee kunt u de actieve inhoud op het
scherm draaien.
Spiraal — Hiermee kunt u de actieve inhoud
met twee vingers draaien.
Houd een vinger of duim
op het beeldscherm en
beweeg een andere vinger
in een boog naar rechts
of naar links. U kunt de
actieve inhoud ook draaien
door twee vingers in een
cirkelvorm te bewegen.
47