5
Breng de verwijderde drumeenheid weer op zijn plaats, met de geleiders aan beide kanten in lijn met de sleuven in het
apparaat. Druk vervolgens de hendel van de drumeenheid omlaag totdat hij vastklikt.
6
Breng de tonercartridge weer op zijn plaats, met de geleiders aan beide kanten in lijn met de sleuven in het apparaat. Druk
daarna op de hendels aan beide uiteinden van de tonercartridge totdat ze vastklikken.
7
Sluit de bovenklep.
Het apparaat warmt op en gaat verder met afdrukken.
Opmerking Als u een geluid hoort nadat u de bovenklep hebt gesloten, verwijder dan de drumeenheid en de
tonercartridge en plaats ze opnieuw.
9-14
Probleemoplossing