Probleem
Het apparaat drukt een
statuspagina af, maar
gegevens van de PC
worden niet afgedrukt.
Bij de binnenlade komt
damp vrij.
De afdruksnelheid is
vertraagd.
Er worden blanco vellen
papier uitgevoerd.
Er treden vaak
papierstoringen op.
Controlepunten
Controleer de interfacekabel.
Controleer programmabestanden en
toepassingssoftware.
Controleer of de temperatuur laag is
in de buurt van deze locatie, of dat
het papier dat gebruikt wordt
blootgesteld is aan vocht.
Heeft u de stekker uit het
stopcontact gehaald?
Zijn de originelen goed geplaatst?
Is het papier goed geplaatst?
Is de papiersoort geschikt? Is het
papier in goede staat?
Is het papier gekruld, gevouwen of
gekreukt?
Zitten er losse stukjes papier of zit er
vastgelopen papier in het apparaat?
—
Mogelijke oplossing
Sluit beide einden van de
interfacekabel goed aan. Vervang de
interfacekabel.
Probeer een ander bestand af te
drukken of gebruik een ander
afdrukcommando. Als er een
probleem optreedt bij een bepaald
bestand of een bepaalde toepassing,
controleer dan de afdrukinstellingen
voor die toepassing.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving
van het apparaat en de conditie van
het papier, zal de hitte die tijdens het
afdrukken gegenereerd wordt
watervocht in het afgedrukte papier
verdampen, waardoor er damp uit het
apparaat komt. Het afdrukken kan in
dat geval zonder problemen worden
voortgezet.
Om dit te verhelpen kan de
temperatuur in de ruimte verhoogd
worden, en moet papier worden
gebruikt dat op een droge locatie
opgeslagen is geweest.
De afdruksnelheid zal na ongeveer 15
minuten weer normaal zijn.
Wanneer u de originelen op de
glasplaat legt, plaats ze dan met de
beeldzijde omlaag en lijn ze uit tegen
de aanduidingsplaten voor het
origineelformaat.
Plaats het papier op de juiste manier.
Haal het papier uit, draai het om en
plaats het opnieuw.
Vervang het papier door nieuw papier.
Verwijder alle vastgelopen vellen en
stukjes papier.
Reinig de papiertransferrol.
9-2
Probleemoplossing
Referentie-
pagina
3-1
—
—
—
3-12
3-8, 3-9
3-3
3-3
9-10
9-17