Menuopties
•
Proxy: hier kunt u de proxyserver
activeren en deactiveren.
•
IP-adres: hier geeft u het IP-adres
van de proxyserver in.
•
Poort: hier geeft u het poortnummer
van de proxyserver in.
•
Wachttijd: hiermee stelt u de
periode in waarna de verbinding met
het netwerk wordt verbroken als er
binnen de opgegeven periode geen
gegevensverkeer heeft
plaatsgevonden.
•
DNS: hier kunt u de DNS-adressen
(Domain Name Server) activeren en
deactiveren.
•
DNS 1 en DNS 2: hier geeft u het
primaire en secundaire DNS-adres in.
•
Drager: hier selecteert u het type
drager voor het netwerk.
•
Geavanceerde instellingen:
hiermee wijzigt u de geavanceerde
opties. Afhankelijk van de ingestelde
drager verschillen de beschikbare
opties.
118
Als de drager is ingesteld op GPRS:
APN: hier geeft u de naam van het
toegangspunt in.
Gebruikersnaam: hier geeft u de
gebruikersnaam in.
Wachtwoord: hier geeft u het
wachtwoord voor aanmelden in.
Als de drager is ingesteld op GSM:
Inbelnummer: hier geeft u het
inbelnummer in.
Gebruikersnaam: hier geeft u de
gebruikersnaam in.
Wachtwoord: hier geeft u het
wachtwoord voor aanmelden in.
Type data-oproep: hier selecteert u
een oproeptype voor
gegevensoverdracht.
3. Druk op <Opslaan> om het profiel op te
slaan.
Opties voor profielen
Druk op <Opties> om de volgende opties
weer te geven:
•
Wijzigen: hier kunt u het geselecteerde
profiel bewerken.