De kosten voor het verzonden
opsporingsbericht zijn voor rekening van de
gebruiker met de niet-toegestane simkaart.
Als u een andere simkaart in de telefoon wilt
gebruiken, moet u de functie Mobiel
opsporen eerst uitschakelen.
1. Geef het wachtwoord voor de telefoon in
en druk op <OK>.
2. Geef de volgende opties op:
•
Mobiel opsporen: hiermee activeert
u de functie Mobiel opsporen.
•
Ontvangers: hier geeft u de
telefoonnummers op waarnaar het
opsporingsbericht moet worden
verzonden.
•
Afzender: hier geeft u de naam van
de afzender in.
•
Bericht: hier kunt u de tekst van het
vooraf ingestelde opsporingsbericht
bekijken.
3. Wanneer u klaar bent, drukt u op
<Opslaan>.
Verbindingsinstellingen
In dit menu kunt u de profielen maken en
aanpassen waarin de instellingen staan voor
verbindingen tussen de telefoon en het
netwerk. U hebt deze instellingen nodig als u
de webbrowser wilt gebruiken of als u
MMS- of e-mailberichten wilt versturen.
De telefoon is standaard ingesteld voor
verbindingen met het netwerk. Als u de
instellingen wijzigt zonder de instructies van
de provider te raadplegen, is het mogelijk
dat de webbrowser, MMS- en e-mailfuncties
niet goed werken.
Een profiel maken
1. Druk op <Nieuw>. Als er al een profiel
is opgeslagen, drukt u op <Opties> en
selecteert u Nieuwe verbinding
toevoegen.
2. Profielparameters opgeven:
•
Profielnaam: hier geeft u een
profielnaam in.
•
URL startpagina: hier geeft u het
URL-adres in van de pagina die u wilt
instellen als startpagina.
(menu 9.9)
117