SLOTMENU (Sleufmenu)
ADVANCE SETTING
(Voorinstelling)
SHUTDOWN SIGNAL
(Uitschakelingssignaal)
IR SIGNAL (IR-signaal)
MONITOR CONTROL
(Monitorbesturing)
WDT
START UP TIME
(Opstarttijd)
PERIOD TIME
(Tijdsperiode)
SLOT POWER (Sleufvoeding)
RESET (Opnieuw instellen)
*
: Deze functie is afhankelijk van welke optionele kaart in de monitor is geïnstalleerd. Wanneer u de instelling wijzigt, draait u de voeding van de monitor uit.
1
*
: Deze functie is afhankelijk van welke optionele kaart u gebruikt. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een optionele kaart is geïnstalleerd.
2
*
: Het is mogelijk dat sommige optionele kaarten het niet correct weergeven.
3
*
: Als het optiebord een computer is, controleer dan ook de afsluitingsinstellingen van de computer.
4
NEETWORK (Netwerk)
NETWORK MENU (Netwerkmenu)
NETWORK INFORMATION
(Netwerkinformatie)
IP SETTING (IP-instelling)
IP ADDRESS (IP-adres)
SUBNET MASK
(Subnetmasker)
DEFAULT GATEWAY
(Standaardgateway)
DNS
DNS PRIMARY (DNS primair)
DNS SECONDARY
(DNS secundair)
MAC ADDRESS (MAC-adres)
EXECUTE (Uitvoeren)
Hiermee kan de monitor voeding leveren aan de sleuf voor de optionele kaart tijdens de
energiebesparende stand of stand-bymodus.
[AUTO] (Automatisch): Er wordt continu stroom geleverd aan de sleuf van de optionele kaart, zelfs tijdens
de energiebesparings- en de stand-bymodus.
De stroomtoevoer naar de sleuf van de optionele kaart stopt tijdens de energiebesparings- en stand-
bymodus, wanneer er geen apparaat is geïnstalleerd.
[ON] (Aan): Er wordt continu stroom geleverd aan de sleuf van de optionele kaart, zelfs tijdens de
energiebesparings- en de stand-bymodus.
[OFF] (Uit): De stroomtoevoer naar de sleuf van de optionele kaart stopt tijdens de energiebesparings- en
stand-bymodus.
OPMERKING:
Als de optionele kaart een computer is, zet dan [SLOT POWER] (Sleufvoeding) op [AUTO]
(Automatisch) of [ON] (Aan).
Zet alle instellingen van het sleufmenu terug naar de fabrieksinstelling, behalve [SLOT POWER]
(Sleufvoeding).
Hiermee kunt u de netwerkinstellingen van de monitor automatisch of handmatig configureren.
Het IP-adres wordt automatisch verkregen van de DHCP-server wanneer [AUTO] (Automatisch) is
geselecteerd.
Wanneer [MANUAL] (Handmatig) is geselecteerd, moeten de netwerkinstellingen handmatig worden
ingevoerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de juiste gegevens.
OPMERKING:
Vraag het IP-adres aan uw netwerkbeheerder wanneer [AUTO] is geselecteerd voor
[IP setting] (IP-instelling).
Stel uw IP-adres in van de monitor die op het netwerk is aangesloten wanneer [MANUAL] (Handmatig) is
geselecteerd voor [IP setting] (IP-instelling).
Stel uw subnetmaskergegevens in voor de monitor die op het netwerk is aangesloten wanneer [MANUAL]
(Handmatig) is geselecteerd voor [IP setting] (IP-instelling).
Stel uw standaardgateway in voor de monitor die op het netwerk is aangesloten wanneer [MANUAL]
(Handmatig) is geselecteerd voor [IP setting] (IP-instelling).
OPMERKING:
Voer [0.0.0.0] in om de instelling te verwijderen.
Hiermee kunt u IP-adressen van DNS-servers instellen.
[AUTO] (Automatisch): De DHCP-server die met de monitor is verbonden, zal automatisch een IP-adres
toewijzen.
[MANUAL] (Handmatig): Geef handmatig het IP-adres op van de DNS-server die met de monitor is verbonden.
OPMERKING:
Vraag het IP-adres aan uw netwerkbeheerder wanneer [AUTO] (Automatisch) is
geselecteerd voor [DNS].
Voer de primaire DNS-serverinstellingen in van het netwerk dat is aangesloten op het beeldscherm.
OPMERKING:
Voer [0.0.0.0] in om de instelling te verwijderen.
Voer de secundaire DNS-serverinstellingen in van het netwerk dat is aangesloten op het beeldscherm.
OPMERKING:
Voer [0.0.0.0] in om de instelling te verwijderen.
Toont het [MAC ADDRESS] (Mac-adres) van de monitor.
Voert de netwerkinformatie-instellingen uit.
Nederlands−81