INSTALLATIE
Handelswijze bij omschakeling naar een ander soort gas
Vlam van de brander
Vol
Spaarzaam
De toegepaste branders van de gaskook-
plaat vereisen geen instelling van de basis-
luchtstroom.
Een correcte vlam heeft binnenin duidelijk
blauwgroene kegeltjes.
Een korte, ruisende vlam of een lange, gele,
rokende vlam zonder duidelijk afgetekende
kegeltjes wijst op een slechte kwaliteit van het
gas in de huisinstallatie of een beschadigde of
vervuilde brander. Om de vlam te controleren
moet u de brander ongeveer 10 minuten laten
branden met volle vlam en daarna de draai-
knop van het ventiel op spaarvlam plaatsen.
De vlam mag niet uitgaan of overspringen
naar de branderkoppen.
Bij fornuizen met beveiliging is een kraan met
een gaslekbeveiliging toegepast volgens fig.
De kranen moeten ingesteld worden terwijl de
brander aangeschakeld is op spaarvlam, dit
met behulp van een regelschroevendraaier
van 2,5 mm.
Omschakeling van
vloeibaar gas naar
aardgas
1. Vervang de branderkop
door een gepaste kop
volgens de tabel.
2. Draai de regelmoer
lichtjes uit en regel de
grootte van de vlam.
Regelgeving kraan
20
Omschakeling van
aardgas naar
vloeibaar gas
1. Vervang de brander-
kop door een gepaste
kop volgens de tabel.
2. Draai de regelmoer
lichtjes in en controleer
de grootte van de vlam.
Opgelet!
Kleef na de instelling
een etiketje met een
beschrijving van het
soort gas waaraan het
fornuis aangepast is, op
het fornuis.