INSTALLATIE
Aansluiting op een elastische stalen
leiding.
Als het fornuis in overeenstemming met de
principes voor klasse 2, subklasse I, geïn-
stalleerd wordt, dan raden we aan om bij de
aansluiting van het fornuis op de gasinstalla-
tie uitsluitend een elastische metalen leiding
te gebruiken, die aan de geldende nationale
voorschriften voldoet. De verbinding die het
gas naar het fornuis aanvoert, heeft een
G1/2" schroefdraad.
Voor de aansluiting mogen enkel buizen en
pakkingen gebruikt worden, die aan de gel-
dende normen voldoen. De maximale lengte
van de elastische leiding mag niet meer dan
2000 mm bedragen.
Zorg ervoor, dat de aansluiting niet in contact
komt met andere beweeglijke delen, die de
aansluiting zouden kunnen beschadigen.
Aansluiting op een onbuigbare installa-
tiebuis.
Het fornuis heeft een verbindingsstuk met
een G1/2" schroefdraad.
Het toestel moet zo op de gasinstallatie aan-
gesloten worden, dat er op geen enkel punt
van de installatie en op geen enkel element
van het toestel spanning ontstaat.
Als er een overdreven draaimoment toege-
past wordt bij het aandraaien (meer dan 20
Nm), dan kan dit de aansluiting beschadigen
of lekken doen ontstaan.
Opgelet!
Het fornuis mag enkel door een erkend in-
stallateur op een gasfles met vloeibaar gas of
een vaste gasinstallatie aangesloten worden.
Hierbij moeten de geldende veiligheidsvoor-
schriften in acht genomen worden.
De gasleiding mag de metalen elementen
van de ombouw aan de achterkant van het
fornuis niet raken.
Attentie!
Steeds nadat u de drukregelaar heeft ver-
vangen, moet u het apparaat een technische
keuring laten ondergaan die de gaskranen en
de uitstroombeveiliging omvat.
Opgelet!
Na de installatie van het fornuis moet de af-
dichting van alle aansluitingen gecontroleerd
worden met bv. water met zeep.
Er mag geen vuur gebruikt worden om de
afdichting te controleren.
17