Zweefstand
De machine is met een zweefstand uitgerust. Hiertoe moet
de hendel voor werk- en extra hydrauliek(4-10/1) over zijn
drukpunt tot in de voorste stand gedrukt worden. In deze
stand is de hendel ingeklikt en kan door tegengestelde
bediening weer uitgeklikt worden.
GEVAAR
De zweefstand mag alleen in de onderste
shovelarmpositie ingeschakeld worden.
Hefinrichtingsvering
(speciale uitvoering)
Bij het verrijden van de machine over een grotere afstand,
vooral met gevulde shovel, is het doelmatig, de hefinrichtings-
vering (4-6/pijl) in te schakelen, om het „opspringen" van de
machine te verminderen. Dit is belangrijker naarmate het
terrein ongelijker is en de snelheid hoger.
Buisbreukbeveiliging
(speciale uitvoering)
Aan de hefcilinders en aan de kiepcilinder is aan de
bodemzijde een buisbreukbeveiligingsventiel ingebouwd.
Bij buis- en/of slangbreuk in de hef- en/of kiepinstallatie
worden de bewegingen van de shovelarm of die van het
kiepstangenstelsel geblokkeerd tot de schade is verholpen.
Overkiepblokkering
Standaard is de machine uitgerust met een automatische
overkiepblokkering. Deze moet het overkiepen bv. in het
shovel- of stapelbedrijf vooral in het hogere hefhoogtebe-
reik verhinderen.
Bij bepaalde arbeidsinzetten is een verdergaand inkiepen
van het aanbouwapparaat (bv. lasthaak of dieplepel) zinvol,
om bv. de bewegingsomvang van het aanbouwapparaat uit
te breiden. Bovendien kan daardoor het laadvermogen
worden verhoogd en niet op de laatste plaats een grotere
hefhoogte worden bereikt.
Door bediening van de kiepschakelaar 4-10/3 wordt de
automatische overkiepblokkering uitgeschakeld.
GEVAAR
Na beëindiging van de inzet moet de
kiepschakelaar „Overkiepblokkering" (4-10/3)
weer in zijn uitgangspositie worden geschakeld.
De automatische overkiepblokkering is weer
geactiveerd.
S900
Beschrijving AZ 95
Afbeelding 4-6
4
4-5