Reiniging en onderhoud
AANWIJZING
Regelmatige reiniging en
regelmatig onderhoud is de
basisvoorwaarde voor een lange
levensduur en een storingsvrij
bedrijf van het apparaat.
Alle bewegende delen hebben een
smering voor de lange duur, die
onderhoudsarm is. De koelinstallatie
is een hermetisch gesloten systeem
en mag alleen door daarvoor speciaal
geautoriseerde bedrijven worden
gerepareerd.
LET OP
Voor alle werkzaamheden
aan de apparaten moet
de voedingsstekker uit het
stopcontact zijn verwijderd.
Neem de regelmatige reinigings-
■
en onderhoudstermijnen in acht
De apparaten moeten, in
■
overeenstemming met de
voorwaarden voor gebruik,
indien noodzakelijk - echter
ten minste één keer per jaar -
door een deskundige worden
gecontroleerd op hun correcte
toestand voor gebruik
De apparaten vrij van stof en
■
overige afzettingen houden
De apparaten mogen uitsluitend
■
droog of met een vochtige doek
worden gereinigd
Geen directe waterstralen gebruiken
■
bijv. hogedrukreiniger enz.
Geen bijtende of oplosmiddelen
■
bevattende reinigingsmiddelen
gebruiken
Ook bij sterke verontreinigingen
■
alleen geschikte
reinigingsmiddelen gebruiken
Reiniging van het stoffilter
LET OP
Aanzuig- en uitblaasrooster
en het stoffilter regelmatig
controleren op vervuiling.
Het beschermrooster licht naar
boven schuiven, daarna naar
voren trekken en naar onderen toe
wegnemen.
Het nu vrijliggende stoffilter eruit
nemen.
Het stoffilter moet bij lichtere
vervuiling door voorzichtig
uitblazen of wegzuigen gereinigd
worden.
Bij sterke vervuiling kan het filter
in een lauwwarme (max. 40 °C)
zeepoplossing worden gespoeld.
Vervolgens altijd zorgvuldig met
schoon water uitspoelen en laten
drogen!
Voordat het weer teruggeplaatst
wordt, moet er op worden gelet,
dat het stoffilter helemaal droog
en onbeschadigd is.
AANWIJZING
Sterk vervuilde stoffilters moeten
worden vervangen door nieuwe
onderdelen.
Er mogen alleen originele
reserveonderdelen worden gebruikt.
De apparaten mogen alleen met
een aangebracht stoffilter worden
gebruikt.
Reiniging van de apparaten
Voor het reinigen van de
binnenkant van het apparaat en
voor de toegang tot de elektrische
onderdelen is het noodzakelijk om
de apparaatbehuizing te openen.
AANWIJZING
Instellings- en
onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen door geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
1. De voedingsstekker uit het
stopcontact verwijderen.
2. De transportbeugel (A) en
de standbeugel (B) door
het verwijderen van de 4
draadschroeven demonteren.
3. De beide zijdelingse
bekledingsplaten (C) demonteren.
Daartoe telkens de plaatschroeven
aan de onderste rand losdraaien,
de plaat onder in de richting van
het wiel trekken en naar boven uit
de houder schuiven.
De aardkabel aan de binnenzijde
van de plaat eraf trekken.
A
C
B
19