Derde uitgave • Eerste druk
Bediening vanuit het platform
1
Draai het contactslot naar platformbediening.
2
Trek de rode noodstopknop van zowel de
grond- als de platformbediening uit naar de
stand 'aan'.
Platform positioneren
1
Stel de snelheidscontroller van de armfuncties
in op de gewenste snelheid.
Opmerking: De rij- en stuurfuncties worden niet
beïnvloed door de snelheidscontroller van de
armfuncties.
2
Druk de voetschakelaar in.
3
Verplaats de betreffende tuimelschakelaar aan
de hand van de markeringen op het
bedieningspaneel.
Sturen
1
Druk de voetschakelaar in.
2
Draai de stuurwielen met behulp van de
duimschakelaar op de joystick.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingdriehoeken op
de platformbediening en het rijchassis om de
draairichting van de wielen te bepalen.
Onderdeelnr. 1307434DUGT
Bedieningsinstructies
Rijden
1
Druk de voetschakelaar in.
2
Snelheid verhogen: Verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de rij-joystick
langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de rij-joystick terug in de
middelste stand of laat de voetschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en het rijchassis om de
rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij
geheven arm.
Drive Enable
Als het lampje brandt, betekent
dit dat de arm net voorbij een
van beide achterwielen is
gedraaid en de rijfunctie is
uitgeschakeld.
Houd om te rijden de rijschakelaar naar een van
beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan
rijden in de richting die tegengesteld is aan de
richting waarin de rij- en
stuurbedieningselementen worden bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op
de platformbediening en het rijchassis om de
rijrichting van de machine te bepalen.
-40N • Z
®
®
Z
-40N RJ
Bedieningshandleiding
41