Afb.60
Vulkraan/aftapkraan
Afb.61
Gasblok meetpunten
P
3 2
2
125466 - v.11 - 18122018
10.2.3
1. Controleer de ionisatiestroom in vollast en laaglast.
2. Reinig of vervang de ionisatie- en ontstekingselektrode, wanneer de
10.2.4
1. Vul een schone fles met wat water uit de installatie/ketel via de
2. Controleer of laat dit watermonster controleren op kwaliteit.
1
2
AD-0000534-01
10.2.5
1. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en de luchttoevoer op
10.2.6
Het gasblok van de ketel is standaard voorzien van een gasfilter.
Controleer deze op vervuiling.
1. Stel de ketel in op vollast.
2. Meet de gasvoordruk via het meetpunt P1 op de gasleiding.
P1
3. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt 2 van het gasblok.
4. Vergelijk de gemeten waarden met de controlewaarden in de tabel
5. Indien de gemeten waarde lager is dan de controlewaarde, reinig of
AD-0000513-01
10.2.7
De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het O
percentage in het rookgasafvoerkanaal.
Controle van de ionisatiestroom
De waarde is na 1 minuut stabiel.
waarde lager is dan 3 µA.
Controle van de waterkwaliteit
vulkraan/aftapkraan.
Waarschuwing
Verdergaande informatie over de eisen aan de waterkwaliteit,
vindt u in ons Waterkwaliteitsvoorschrift. Deze handleiding is
onderdeel van de documentatieset, die met de ketel wordt
meegeleverd. Houd de voorschriften in het genoemde document
altijd aan.
Controle van de rookgasafvoer-/
luchttoevoeraansluitingen
conditie en dichtheid.
Controle van het gasfilter
Deze gasvoordruk moet minimaal 17 mbar zijn.
Tab.42
Minimale waarden gasvoordruk op meetpunt 2 gasblok
Gas 310 ECO PRO
285
355
430
500
575
650
vervang dan het gasfilter.
Controle van de verbranding
10 Onderhoud
Minimale waarde (mbar)
14
13
10
10
10
10
-
2
61