8
Werking
8.1
Gebruik van het bedieningspaneel
8.2
Opstarten
8.3
Uitschakelen
8.4
Vorstbeveiliging
125466 - v.11 - 18122018
Belangrijk
Voor de bediening van de ketel Gas 610 ECO PRO: elke module
heeft zijn eigen bedieningspaneel
Zie
voor uitgebreide bedieningsinformatie: Handleiding van het
bedieningspaneel
Hierin staat ondermeer informatie over het wijzigen en uitlezen van
parameters, de betekenis van storingscodes en het wissen van het
storingsgeheugen.
Ga voor het opstarten van de ketel als volgt te werk:
1. Open de gaskraan bij de ketel.
2. Schakel de spanning in met de aan/uit schakelaar van de ketel.
3. Het opstartprogramma begint en kan niet onderbroken worden.
Tijdens de opstartcyclus worden alle segmenten van het display even
kort getoond.
4. Controleer de waterdruk. Bij een waterdruk lager dan 0,8 bar
verschijnt het symbool
waterdruksensor). Indien nodig: vul de CV-installatie bij.
Indien de CV-installatie lange tijd niet gebruikt wordt, wordt het
aanbevolen de ketel spanningsloos te maken.
1. Zet de aan/uit-schakelaar op de uitstand.
2. Onderbreek de elektrische aansluiting van de ketel.
3. Sluit de gasaanvoer af.
4. Houd de ruimte vorstvrij.
Opgelet
Bij lage temperaturen is het aan te bevelen de installatie op
verlaagde temperatuur in bedrijf te laten. Dit in verband met
bevriezingsgevaar.
Opgelet
Tap de ketel en de CV-installatie af, als u voor langere tijd geen
gebruik maakt van de woning of het gebouw en er kans is op
vorst.
Zet de temperatuurregeling laag, bijvoorbeeld op 10°C.
Als er geen warmtevraag is, zal de ketel uitsluitend inschakelen om zich
tegen vorst te beschermen.
Als het CV-water in de ketel te ver in temperatuur daalt, treedt de
ingebouwde ketelbeveiliging in werking. Deze werkt als volgt:
Bij een watertemperatuur lager dan 7°C start de verwarmingspomp.
Bij een watertemperatuur lager dan 4°C start de ketel.
Bij een watertemperatuur hoger dan 10℃, slaat de ketel af en draait de
circulatiepomp kort na.
Om bevriezing van de installatie en radiatoren in vorstgevoelige ruimten
(bijvoorbeeld een garage) te voorkomen, kan er op de ketel een
vorstthermostaat of een buitensensor worden aangesloten.
(alleen met aangesloten
8 Werking
57