VLEKKEN OP DE GLAZEN
AANWEZIGHEID VAN OVERVLOE-
DIG SCHUIM IN DE TANK
VEGEN OF VLEKKEN OP DE
GLAZEN
DE WAS- OF SPOELARMEN
DRAAIEN LANGZAAM
L.2
Alarmen
A1 ..
GEEN WATER
B1 ..
SLECHT WERKENDE AFVOER
B2 ..
WATERPEIL IN HET RESERVOIR
TE HOOG
C1 – C8
BEL DE TECHNISCHE DIENST
E1 – E8
BEL DE TECHNISCHE DIENST
1
F21 – F22
BEL DE TECHNISCHE DIENST
1.
Alleen voor apparaten met ingebouwde waterontharder.
26
1. Gebruik uitsluitend "niet-schuimende" producten voor professionele vaatwassers
1. Controleer of de watertemperatuur niet lager is dan 50℃.
2. Controleer of de dosering vaatwasmiddel die door het doseerapparaat wordt
afgegeven niet te hoog is (zie G.2 De doseerapparaten instellen paragraaf).
3. Controleer of het reservoir niet is gereinigd met een ongeschikt reinigingsmiddel.
Maak het reservoir leeg en spoel het zorgvuldig door voor aanvang van nieuwe
wascycli.
4. Als er een schuimend vaatwasmiddel is gebruikt, het reservoir leegmaken en
vullen met water tot het schuim verdwenen is.
1. Verlaag de dosering naglansmiddel (zie G.2 De doseerapparaten instellen
paragraaf)
1. Verwijder de armen en reinig ze zorgvuldig.
2. Maak het aanzuigfilter van de waspomp schoon.
• Controleer of de kraan open is.
• Controleer of het waterinlaatfilter schoon is.
• Controleer de minimale netdruk.
• Controleer of de overloopbuis is aangebracht (alleen bij
apparaten zonder afvoerpomp).
• Controleer of de overloopbuis is verwijderd.
• Controleer op verstoppingen van de afvoerbuis en bij de
opening van de overloopbuis.
• Controleer op verstoppingen van de afvoerbuis en bij de
opening van de overloopbuis.
• Het apparaat blijft werken, maar het is raadzaam om het te
laten controleren door een monteur.
• Hars regeneratiecycli worden niet uitgevoerd. Het apparaat
blijft werken, maar zonder waterontharder.