11
12
Sluit de stroompiek-controller aan op de klemmen 11 en 12.
PAS OP
Een normaal geopend (NO) contact van
de controller moet worden aangesloten op
de klemmen 11 en 12. Als dit contact sluit,
schakelen de verwarmingselementen van
de boiler uit. Wanneer de vaatwasser
onder
deze
gebruikt, kan de cyclustijd toenemen.
E.9
Veiligheidsvoorzieningen
• Een overbelastingsbeveiliging met automatische reset is in
de elektrische pompspiralen ingebouwd en schakelt de
voeding naar de pomp uit in geval van een defect.
• Een inrichting voorkomt dat het boilerwater terugstroomt in
het
systeem
in
geval
watertoevoersysteem.
• Dankzij een overloopbuis, aangesloten op de afvoer, is het
waterpeil in het reservoir altijd constant.
• Als het waterniveau in het reservoir te hoog is, wordt de
afvoerpomp (indien aanwezig) automatisch geactiveerd om
het teveel aan water weg te pompen.
BELANGRIJK
De fabrikant kan op geen enkele wijze aansprake-
lijk gesteld worden als deze voorschriften niet in
acht worden genomen.
E.10 Doseerapparaten en voorzieningen voor
vaatwas-/naglansmiddel
LET OP:
Als de machine aangesloten is op een wateront-
harder en/of osmosesysteem, neem dan contact
op met de leverancier van jet vaatwasmiddel voor
een specifiek product.
F
INBEDRIJFSTELLING
F.1
Voorbereidende controles, instellingen
en werkingstests
WAARSCHUWING
Deze werkzaamheden mogen
alleen worden uitgevoerd door
gespecialiseerde technici, die
zijn uitgerust met geschikte per-
soonlijke beschermingsmiddelen
(bijv. veiligheidsschoenen, hand-
schoenen, veiligheidsbril, enz.)
alsmede met geschikte gereed-
schappen en hulpmiddelen, en
alleen als de machine is uitge-
schakeld en afgekoeld.
16
omstandigheden
wordt
van
een
defect
aan
PAS OP
De peristaltische doseerapparaten (vaat-
wasmiddel en glansspoelmiddel) en de
interne leiding van het doseerapparaat
voor glansspoelmiddel, moeten regelma-
tig onderhouden worden (minstens één of
twee keer per jaar) of na een lange
periode van inactiviteit van de machine
1. Vaatwasser met ingebouwd doseerapparaat voor
vloeibaar vaatwasmiddel (Fig. 1)
De pomp "R" geeft circa 0,9 g vaatwasmiddel/sec af. Als
het apparaat voor de eerste keer die dag met water wordt
gevuld, wordt er ongeveer 44 g wasmiddel in 45 seconden
afgegeven, om een concentratie te verkrijgen van 2 g/l. Bij
elke cyclus geeft de pump "R" circa 6 g in 6 sec af.
De werkingsduur van het doseerapparaat kan aangepast
worden, afhankelijk van de aanwijzingen in de volgende
paragraaf (G.2 De doseerapparaten instellen).
Plaats de meegeleverde slang in het vaatwasmiddelbakje
2.
vaatwasser met ingebouwde peristaltische pomp
voor doseerapparaat voor glansspoelmiddel (Fig. 1)
De pomp "S" geeft circa 0,1 g vaatwasmiddel/sec af. Hij
verdeelt bij elke spoeling 0,3 g in 3 sec.
De werkingsduur van het doseerapparaat kan aangepast
worden volgens de aanwijzingen in de volgende para-
graaf (G.2 De doseerapparaten instellen).
Plaats de meegeleverde slang in het
het
glansspoelmiddelbakje.
R
S
Fig. 1 Overzicht automatische doseerapparaten
Elektrische en hydraulische controles
Voor het starten van de machine moet u:
• controleren of de elektrische voedingskabels van de
machine goed zijn aangesloten;
• controleren of de spanning en de frequentie van het net
overeenkomen met de gegevens die vermeld zijn in de
technische gegevenstabel (C.1 Algemene technische
kenmerken);
• controleren of de buizen van de watertoevoer en -afvoer
goed
zijn
Wateraansluitingen);
• controleren of alle beveiligingen, veiligheidsvoorzieningen
en noodstopschakelaars op hun plaats zitten en werken.
aangesloten
(zie
paragraaf
E.6