MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
afstand tussen de afstandsbediening en de drone meer dan 16 meter bedraagt, blijft
het positiepictogram van de afstandsbediening op de rand van het navigatiescherm
staan.
c. Wanneer het kompas van de afstandsbediening normaal werkt, geeft de blauwe stip
de richting van de afstandsbediening aan. Als het signaal tijdens de vlucht slecht is,
wijst u de pijl van de afstandsbediening in het navigatiescherm in de richting van de
drone.
6.
Afstand naar startpunt: geeft de horizontale afstand tussen het startpunt en de drone weer.
7.
PinPoint-informatie: toont de naam van de PinPoint en de horizontale afstand van de drone tot
de PinPoint, wanneer PinPoint is ingeschakeld.
8.
Waypoint-informatie: toont de naam van het navigatiepunt, de horizontale afstand van de
drone tot het navigatiepunt en het op- of aflopende traject van de vliegroute tijdens een
missievlucht.
9.
RNG-doelpuntinformatie: geeft de horizontale afstand van de drone tot het doelpunt weer
wanneer de RNG-laserafstandsmeter is ingeschakeld.
10. Informatie over verticale obstakeldetectie: zodra een obstakel in verticale richting wordt
gedetecteerd, verschijnt een obstakelindicatiebalk. Wanneer de drone de waarschuwingsafstand
bereikt, licht het pictogram rood en oranje op en geeft de afstandsbediening lange pieptonen
af. Wanneer de drone de remafstand van het obstakel bereikt, licht het pictogram rood op
en geeft de afstandsbediening korte pieptonen af. Gebruikers kunnen de remafstand en de
waarschuwingsafstand in de DJI Pilot 2-app instellen. Volg de instructies in de app om ze in te
stellen.
93
©
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.