MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Het zichtsysteem kalibreren
De zichtsystemen die op de drone zijn geïnstalleerd, zijn in de fabriek gekalibreerd. Als de drone
een botsing of een significante verandering in de bedrijfstemperatuur ervaart, kan kalibratie vereist
zijn. DJI Pilot 2 geeft een melding weer wanneer kalibratie vereist is. Volg deze stappen om het
zichtsysteem te kalibreren wanneer daarom wordt gevraagd:
1. Zet de drone aan.
2. Sluit de assistent-poort van de drone aan op de computer.
3. Start DJI Assistant 2 (Enterprise-serie) en log in met een DJI-account.
4. Selecteer de M30-serie en klik vervolgens op de kalibratieknop.
5. Plaats de drone met het zichtsysteem gericht naar het stippelpatroon dat op het
computerscherm wordt weergegeven en volg de instructies op het scherm om de zichtsensoren
aan elke kant te kalibreren.
Schakel de drone NIET uit en haal de stekker niet uit het stopcontact na de kalibratie. Wacht
tot de gegevensberekening is voltooid.
Zichtsysteem positioneren
Het zichtsysteem stelt de drone in staat om binnen of in omgevingen te vliegen waar GNSS niet
beschikbaar is. Wanneer het GNSS-signaal beschikbaar is, biedt het zichtsysteem informatie dat
de nauwkeurigheid van de positiebepaling van drones verbetert. Het zichtsysteem werkt goed
wanneer het binnen 30 m boven de grond en 20 m horizontaal van elk object naar zijn zijkant vliegt,
mits het oppervlak van het object duidelijke patronen of textuur heeft en de verlichting voldoende
is. Wanneer het zichtsysteem niet werkt, schakelt de vliegmodus over naar de Attitude-modus.
Als het zichtsysteem wordt uitgeschakeld of door andere objecten wordt geblokkeerd, kan
de drone niet binnenshuis op lage hoogte zweven en wordt de landingsbeveiligingsfunctie
uitgeschakeld. Controleer de landingssnelheid, aangezien snelle landing de drone kan
beschadigen.
15
©
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
20 m
20 m
30 m