De printerdriver wijzigen om de soort en het formaat van
het afdrukmateriaal in te stellen
Selectie van papier volgens soort en formaat leidt tot aanmerkelijke verbeteringen in de afdrukkwaliteit
voor zwaar papier, glanspapier en transparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden tot
verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten
of transparanten. Druk altijd af volgens Formaat voor enveloppen.
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort of Papierformaat de juiste soort of het juiste formaat
afdrukmateriaal.
5.
Klik op OK.
Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit
Voor dit product geldt de volgende volgorde voor het plaatsen van afdrukmateriaal:
1.
Voorrangsinvoerlade
2.
Lade 1
De minimumafmetingen van afdrukmateriaal zijn 76 x 127 mm.
De maximumafmetingen van afdrukmateriaal zijn 216 x 356 mm.
Voor de beste afdrukresultaten wijzigt u de instellingen voor papierformaat en papiersoort in de
printerdriver voordat u gaat afdrukken.
Type
Gewoon
Kleur
Voorbedrukt
Geperforeerd
Gerecycled
Licht
Enveloppen
Etiketten
Bankpost
Ruw
Transparanten
Middengewicht
62
Hoofdstuk 7 Afdruktaken
Materiaal-specificaties
75 g/m
2
tot 104 g/m
2
2
2
60 g/m
tot 74 g/m
2
Minder dan 90 g/m
Standaard
2
2
75 g/m
tot 104 g/m
2
2
75 g/m
tot 104 g/m
4 mm monochroom overhead
96 g/m
2
tot 110 g/m
2
Capaciteit van de
voorrangsinvoerlade
Maximaal 10 vellen
Maximaal 10 vellen
1 envelop
1 vel
1 vel
1 vel
1 vel
Maximaal 10 vellen
Capaciteit lade 1
1
Maximaal 250 vellen
Maximaal 260 vellen
Maximaal 10 enveloppen
Niet ondersteund
Maximaal 250 vellen
Maximaal 200 vellen
Maximaal 200 vellen
Maximaal 200 vellen
NLWW