3
(1)
(2)
Klik op de knop [Afdrukken].
4
Het apparaat begint met afdrukken.
Selecteer de afdrukinstellingen.
(1) Klik op de tab [Algemeen].
(2) Kies het origineelformaat.
Als u instellingen op andere tabbladen wilt selecteren,
klikt u op het gewenste tabblad en selecteert u
vervolgens de instellingen.
(3) Klik op de knop [OK].
• U kunt het Help-venster voor een instelling
weergeven door op de instelling te klikken en op de
(3)
toets [F1] te drukken.
• Klik op de [Help]-knop; het Help-venster wordt
geopend met een uitleg van de instellingen op het
tabblad.
PRINTER
39