De afzender ontvangt een bezettoon
Er is een telefoon aangesloten op het apparaat
Controleer of de telefoon in niet gebruik is.
●
Wijzig de optie
●
a.
Raak in het beginscherm de knop Instellingen
b.
Open het menu Faxinstellingen.
c.
Open het menu Basisinstell..
d.
Open het menu Antwoordmodus.
e.
Selecteer de instelling die overeenkomt met de apparaatinstelling.
Stel de optie
instelling
telefoongesprek is en leidt de oproep naar het bewuste apparaat.
Er wordt gebruikgemaakt van een telefoonlijnsplitter
Wanneer u gebruikmaakt van een telefoonlijnsplitter, dient u deze te verwijderen en de telefoon in
●
te stellen als een gewone telefoon.
Controleer of de telefoon in niet gebruik is.
●
Controleer of de telefoon tijdens het faxen wordt gebruikt om te bellen.
●
Geen belsignaal
Wanneer u gebruikmaakt van een telefoonlijnsplitter, dient u deze te verwijderen en de telefoon in
●
te stellen als een gewone telefoon.
Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen via een PBX-lijn
Wanneer u gebruikmaakt van een PBX-telefoonlijn, dient u contact op te nemen met uw PBX-
●
beheerder om een analoge faxlijn voor uw apparaat te configureren.
Algemene faxproblemen oplossen
Faxberichten worden langzaam verstuurd
●
De faxkwaliteit is matig
●
De fax wordt afgekapt of wordt op twee pagina's afgedrukt
●
220
Hoofdstuk 12 Fax
Antwoordmodus
zodat de instelling overeenkomt met de apparaatinstellingen.
Antwoordmodus
in op
Fax/Tel
detecteert automatisch of de inkomende transmissie een fax of een
aan.
Fax/Tel
om faxen automatisch te ontvangen. De
NLWW