4.
5.
4.
Controleer of de fax is ingesteld tijdens het installeren van de software.
Voer vanuit de HP-programmamap op de computer het programma Fax instellen uit.
5.
Controleer of de telefoonlijn een analoog faxapparaat ondersteunt.
Als u gebruikmaakt van ISDN of digitale PBX, dient u contact op te nemen met uw
●
serviceprovider voor informatie over het configureren van een analoge faxlijn.
●
Als u gebruikmaakt van een VoIP-service, dient u vanaf het bedieningspaneel de instelling
Faxsnelheid
Vraag uw serviceprovider of faxen wordt ondersteund en vraag naar de aanbevolen
snelheid van de faxmodem. Bij sommige bedrijven is een adapter vereist.
Als u gebruikmaakt van een DSL-service, dient u te controleren of de telefoonverbinding naar
●
het apparaat is voorzien van een filter. Neem contact op met de DSL-serviceprovider of schaf
een DSL-filter aan als u er geen hebt. Als er al een DSL-filter is geplaatst, dient u een ander
filter te proberen, aangezien deze filters defect kunnen raken.
6.
Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan de hierna volgende gedeelten voor meer
gedetailleerde informatie.
Foutmeldingen op de fax
Er worden tijdelijk signaal- en waarschuwingsberichten weergegeven. Mogelijk moet u deze
bevestigen door de knop
aanraken om de taak te annuleren. Bij bepaalde waarschuwingen wordt de taak mogelijk niet volledig
uitgevoerd of is de afdrukkwaliteit niet goed. Als het signaal- of waarschuwingsbericht betrekking heeft
op het afdrukken en de functie voor automatisch doorgaan is ingeschakeld, wordt geprobeerd om de
taak te hervatten wanneer de waarschuwing 10 seconden op het scherm is weergegeven zonder dat u
deze hebt bevestigd.
ADF-deur is open. Fax geannuleerd.
Omschrijving
De klep van de documentinvoer is open, waardoor de fax niet kan worden verzonden.
196
Hoofdstuk 12 Fax
Kies de koppeling die bij het door u gebruikte besturingssysteem hoort.
Ga naar het firmwaregedeelte van de tabel.
Wanneer de versie in de lijst overeenkomt met de configuratiepagina, hebt u de
◦
meest recente versie.
Wanneer de versies verschillen, downloadt u de firmware-upgrade en werkt u de
◦
firmware op het apparaat bij door de instructies op het scherm te volgen.
OPMERKING:
Het apparaat moet zijn aangesloten op een computer met
toegang tot internet om de firmware te kunnen bijwerken.
Verzend de fax opnieuw.
◦
te wijzigen in
Langzaam (V.29)
OK
aan te raken om verder te kunnen gaan, of moet u de knop Annuleren
of de instelling
Snel (V.34)
uit te schakelen.
NLWW