4
Houd een ander schoon gedeelte van de doek ongeveer drie seconden tegen de contactpunten en veeg de
contactpunten voorzichtig schoon in de aangegeven richting.
5
Herhaal stap 3 en stap 4 met een schoon gedeelte van de doek.
6
Laat de spuitopeningen en de contactpunten volledig opdrogen.
7
Plaats de inktcartridge terug in de printer.
8
Druk het document nogmaals af.
9
Als de kwaliteit niet verbetert, reinigt u de spuitopeningen. Zie "Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen"
op pagina 46 voor meer informatie.
10
Voer de handeling stap 9 nog maximaal twee keer uit.
11
Is de afdrukkwaliteit hierna nog steeds niet naar behoren, dan moet u de inktcartridge vervangen.
Inktcartridge beschermen
•
Bewaar een nieuwe cartridge in de verpakking tot u de cartridge gaat installeren.
•
Verwijder een cartridge alleen uit de printer als u de cartridge wilt vervangen of reinigen of wilt opbergen in een
luchtdichte verpakking. Als u de cartridge langere tijd blootstelt aan de open lucht, kan de afdrukkwaliteit
verminderen.
Glasplaat reinigen
1
Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
2
Veeg de glasplaat voorzichtig schoon.
Opmerking: controleer of alle inkt of correctievloeistof op een document droog is voordat u het document op de
glasplaat plaatst.
Supplies bestellen
Als u supplies wilt bestellen of een leverancier in de buurt wilt zoeken, kunt u onze website bezoeken op
www.lexmark.com.
47