Bedieningshandleiding
Inspecties
Afschakeling rij-kantelhoek testen
Opmerking: Voer deze test vanaf de grond uit met
de platformcontroller. Ga niet op het platform
staan.
44 Laat het platform volledig neer.
45 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassishoek van zijde naar zijde groter dan
1,5° is.
46 Breng het platform ongeveer 7 ft/2,13 m
omhoog.
Resultaat: Het platform dient te stoppen en het
scheefstandalarm dient met 180 pieptonen per
minuut te klinken. De LED op de
platformbediening moet LL weergeven en de
LCD op de grondbediening moet LL: Machine
Tilted (Machine staat scheef) weergeven.
47 Druk de rijfunctieknop in.
48 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
49 Verplaats de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens
in de richting die wordt aangegeven door de
gele pijl.
Resultaat: De rijfunctie mag in geen van beide
richtingen in werking treden.
50 Laat het platform volledig neer.
51 Rijd met de machine.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
52 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng het platform meer dan ongeveer
7 ft/2,13 m omhoog.
28
53 Rijd met de machine een helling op waarbij de
hellingshoek groter dan 1,5° is van zijde naar
zijde.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra
de machine een chassiskantelhoek van 1,5°
bereikt en het scheefstandalarm klinkt met
180 pieptonen per minuut. De LED op de
platformbediening moet het volgende
weergeven: LL. De LCD op de grondbediening
moet het volgende weergeven: LL: Machine
Tilted (Machine staat scheef).
54 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng het platform volledig omlaag.
55 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassishoek van voren naar achteren groter
dan 3° is.
56 Breng het platform ongeveer 7 ft/2,13 m
omhoog.
Resultaat: Het platform dient te stoppen en het
scheefstandalarm dient met 180 pieptonen per
minuut te klinken. De LED op de
platformbediening moet LL weergeven en de
LCD op de grondbediening moet LL: Machine
Tilted (Machine staat scheef) weergeven.
57 Druk de rijfunctieknop in.
58 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
59 Verplaats de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens
in de richting die wordt aangegeven door de
gele pijl.
Resultaat: De rijfunctie mag in geen van beide
richtingen in werking treden.
™
GRC
-12
Vierde uitgave • Eerste druk
Onderdeelnr. 1297728DUGT