De printer configureren voor faxen
Voordat u de fax gaat gebruiken, moet u de faxinstellingen configureren, zodat de instellingen
compatibel zijn met uw lokale verbinding en regelgeving. De faxinstellingen bestaan onder meer uit
optionele functies die u kunt gebruiken om de printer voor faxen te configureren.
Zo configureert u de printer voor faxen:
1.
Druk via het bedieningspaneel van de printer op Systeem.
Als u het Menu Beheer wilt selecteren, drukt u op de pijltoetsen en dan op OK.
2.
Als u hierom wordt gevraagd, voert u de toegangscode in en drukt u op OK.
Selecteer Faxinstellingen en druk op OK.
3.
4.
Wijzig de faxinstellingen naar wens.
5.
Klik op OK.
Zie
Faxinstellingen
on page 27 voor meer informatie over de menuopties voor de faxinstellingen.
De standaard faxinstellingen wijzigen
1.
Druk via het bedieningspaneel van de printer op Systeem.
2.
Voor het selecteren van Standaardinstellingen drukt u op de pijltoetsen en dan op OK.
Selecteer Standaardinst. Faxen en druk op OK.
3.
4.
Voor het selecteren van de optie die u wilt wijzigen, drukt u op de pijltoetsen en dan op OK.
Voor het selecteren van de nieuwe instelling drukt u op de pijltoetsen en dan op OK.
5.
Zie
Standaardinst. Faxen
standaardinstellingen voor faxen.
on page 33 voor meer informatie over de menuopties in de
WorkCentre 6015-multifunctionele kleurenprinter
Handleiding voor de gebruiker
Faxen
131