Inhoudsopgave
Advertenties
Gevaar van elektrische schokken en brandgevaar. Zorg ervoor dat het door de gebruiker
aangeschafte snoer en de niet-geborgde stekker in overeenstemming zijn met de van
toepassing zijnde voorschriften van het land.
Installeer het apparaat op een locatie en in een positie waardoor eenvoudige toegang wordt
verkregen om het apparaat en de werking ervan uit te schakelen.
Sluit de analyser alleen aan op de voeding van de SC-controller als de analyser intern volledig
aangesloten en correct geaard is. Zorg ervoor dat alle leidingen, de installatie van de reagentia en
de opstartprocedures van het systeem voltooid zijn.
Sluit de voeding op het instrument aan via een kabelbuis of een stroomkabel. Zorg dat er
een stroomonderbreker met voldoende stroomcapaciteit in het netspanningssnoer is
geïnstalleerd. De grootte van de stroomonderbreker is afhankelijk van de draadgrootte
die is gebruikt voor de installatie.
Gebruik een SC1000-controller of een SC200-controller in combinatie met een LQV155-
voedingskast om voeding te leveren aan de analyser en om gegevens over te dragen.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de controller voor meer informatie.
Opmerking: Tenzij de op de analyser aangesloten SC-controller al is voorzien van een
overspanningsbeveiliging van het wisselstroomnet (te hoge spanning), moet er een
overspanningsbeveiliging geplaatst worden tussen de netstroom van de SC-controller en de
analyser als de plaatselijke regelgeving dit vereist.
De analyser is verkrijgbaar in één versie met een bereik van 115 tot 230 V. De
uitgangsspanning van de controller aan de uitgangen komt overeen met de netspanning
die gebruikelijk is in het betreffende land en waaraan de controller is verbonden.
Opmerking: Gebruik geen 24 V controllerversie om voeding aan de analyser te leveren.
1. Sluit de voedingskabel en de gegevenskabel van de analyser aan op de SC-
controller. Raadpleeg
W A A R S C H U W I N G
L E T O P
L E T O P
Afbeelding
17.
Installatie
37
Advertenties
Inhoudsopgave
