3
Beweeg de cursor naar links of
rechts om de instelling te
wijzigen.
A Sluitertijd:
HD-modus:
1/25 tot 1/8000
STD-modus:
1/50 tot 1/8000
≥ Hoe dichter bij de 1/8000 hoe sneller de
sluitertijd.
≥ (HD-modus) Als [SLTR AUT. LANG.] op [UIT]
staat, wordt de sluitertijd ingesteld op een
waarde tussen 1/50 en 1/8000.
B Diafragma/Gain-waarde:
CLOSE # (F16 tot F2.0) # OPEN # (0dB tot
18dB)
≥ Waarde dichtbij [CLOSE] resulteert in een
donkerder beeld.
≥ Waarde dichtbij [18dB] resulteert in een
helderder beeld.
≥ Wanneer de diafragmawaarde wordt ingesteld
op helderder dan [OPEN], verandert de
gain-waarde.
Terugkeren naar automatische instelling
Zet de AUTO/MANUAL/FOCUS-schakelaar op
AUTO.
≥ Bij het aanpassen van zowel de sluitertijd als
diafragma/gain-waarde, stel dan eerst de
sluitertijd in en vervolgens diafragma/
gain-waarde.
De sluitertijd handmatig instellen
≥ Vermijd opnamen bij TL-verlichting, kwik- of
natriumlicht omdat deze de kleuren en helderheid
van de opname kunnen beïnvloeden.
≥ Als u de sluitertijd handmatig verhoogt, zal de
gain-waarde automatisch stijgen afhankelijk
van de daling van de gevoeligheid en kan extra
ruis optreden.
≥ Tijdens het afspelen van beeldmateriaal
waarbij het object zeer helder is of veel licht
weerkaatst, kunnen verticale strepen optreden.
Dit is echter geen defect.
≥ Tijdens het normaal afspelen kunnen de
video's schokkerig zijn.
≥ Bij opnamen in een bijzonder lichte omgeving kan
de kleur van het scherm veranderen of kan het
scherm gaan flikkeren. In dat geval dient u de
sluitertijd handmatig in te stellen op [1/50] of [1/100].
Diafragma/gain handmatig instellen
≥ Als de gain-waarde is gestegen, stijgt ook de
ruis op het scherm.
≥ Afhankelijk van het zoombereik, kan het
diafragma niet worden weergegeven.
Opnemen
77
VQT1G56