Opnemen
Windruisonderdrukking
Met deze functie kunt u door wind
veroorzaakte ruis in de microfoon
onderdrukken.
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
RAM
‑RW
RAM
‑RW (VR ) ‑RW ( V)
¬ Draai de functieknop naar
Druk op MENU, selecteer
vervolgens [VIDEO] (HD-modus) of
[GEAVANCEERD] (STD-modus)
[Windruis uit]
#
cursor.
De functie windruisonderdrukking
uitschakelen
Druk op MENU, selecteer vervolgens [VIDEO]
(HD-modus) of [GEAVANCEERD] (STD-modus)
# [Windruis uit] # [UIT] en druk op de cursor.
≥ De standaardinstelling van deze functie is
[AAN].
≥ Onderdrukt windruis afhankelijk van de
windkracht. (Als de windruisonderdrukking
wordt geactiveerd bij een sterke windkracht, is
het mogelijk dat het stereo-effect afneemt. Het
stereo-effect wordt echter wel hersteld op het
moment dat de wind afneemt.)
70
VQT1G56
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
VIDEO
‑R
‑R D L
‑R D L
‑R
of
#
[AAN] en druk op de
MENU
Gevoeligheidsniveau
microfoon
Met deze functie kunt u het
gevoeligheidsniveau van de
microfoon aanpassen.
HD
HD
HD
HD
RAM
Tijdens het opnemen kan het ingangsniveau
.
vanuit de ingebouwde microfoons en de externe
microfoonaansluiting worden aangepast.
¬ Draai de functieknop naar
1
Druk op MENU, selecteer
vervolgens [VIDEO] >
[Mic. Niveau] > [Instel.rAGC] of
[Instel.] en druk op de cursor.
AGC:
Auto Gain Control
[AUTO]:
[Instel.rAGC]: Het gewenste
[Instel.]:
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
HD
‑RW
‑R
‑R D L
MENU
AGC wordt ingeschakeld en het
microfoongevoeligheidsniveau
voor opnemen wordt
automatisch ingesteld.
microfoongevoeligheidsniveau
voor opnemen kan worden
ingesteld. AGC wordt tevens
ingeschakeld om de mate van
vervorming van het geluid te
beperken.
AGC wordt niet ingeschakeld
zodat een natuurlijke opname
kan worden gemaakt.
VIDEO
of
.