Inhoudsopgave
Advertenties
52
Overzicht van de toepasbare systeemfuncties
FUNCTIE
GOTO Partitie
(wisselen partities)
Toevoegen van een gebruiker
Wijzigen van een gebruiker-
code
Wissen van een gebruiker
Zelf-hulp functie van het
bediendeel
14
Verkorte samenvatting van de systeemfuncties
HOE UIT TE VOEREN
Invoeren gebruikercode Druk op de [*]
toets
Invoeren
partitienummer (1-8) D.m.v. [0] terugke-
ren naar standaard partitie
Invoeren van Master of Managercode.
Druk op de CODE toets [8]. Voer een 3-
cijferig gebruikernr. voor de nieuwe ge-
bruiker in. Voer een nieuwe code voor de
betreffende gebruiker in. Bij vraag, voer
autorisatie-niveau (1-5) in voor de betref-
fende gebruiker in deze partitie. Bij vraag
antwoorden: [1] = Ja, [0] = Nee.
Invoeren van Master of Managercode.
Druk op de CODE toets [8]. Voer 3-
cijferig gebruikernr. in. Voer een nieuwe
code voor de betreffende gebruiker in.
Druk op de [0] toets bij vraag.
Invoeren van Master of Managercode.
Druk op de CODE toets [8]. Voer 3-
cijferig gebruikernr. in van de gebruiker
die gewist dient te worden. Voer nog-
maals de Master of Managercode in.
Druk op de [1] toets bij vraag.
Indrukken en tenminste 5 sec. ingedrukt
houden van een functietoets
(Vervolg)
van
gewenste
OMSCHRIJVING
Wanneer een gebruiker hiertoe
bevoegd is kan hij op het
bediendeel van een partitie func-
ties uitvoeren in een andere
partitie.
Gebruikers met Master en Ma-
nager niveau kunnen andere ge-
bruikers toevoegen aan het sys-
teem, ieder met een eigen code
en eigen autorisatieniveau.
Gebruikers met Master en Ma-
nager niveau kunnen hun eigen
code, maar ook die van ande-
ren wijzigen.
Gebruikers met Master en Ma-
nager niveau kunnen andere ge-
bruikers wissen. Een gebruiker
kan uitsluitend worden gewist
door een gebruiker met een ho-
ger autorisatieniveau.
Zal een verkorte omschrijving in
het display geven van de zojuist
ingedrukte functietoets.
Advertenties
Inhoudsopgave
