32
·
·
·
·
·
·
·
1.
2.
6
Gebruikercodes en autorisatieniveaus
6.5
Algemene regels voor autorisatieniveaus en wijzigingen
Een gebruiker kan de gebruikercode met HETZELFDE of een HOGERE
autorisatieniveau dan waarover hijzelf beschikt niet wissen of wijzigen.
Een gebruiker kan uitsluiten gebruikers TOEVOEGEN met een LAGER
autorisatieniveau.
Een gebruiker kan alleen andere gebruikercodes toekennen aan die partitie(s)
waar de gebruiker die de code(s) wil toevoegen zelf toegang toe heeft (bijv.: een
gebruiker met uitsluitend toegang tot partitie 1 kan geen codes toekennen in
partitie 2).
De enige manier om het autorisatieniveau van een gebruiker toe te wijzen is
middels de "Toevoegen van een gebruiker" procedure. Om het autorisatieniveau
van een gebruiker te wijzigen, dient de betreffende gebruiker eerst gewist te
worden en hierna weer te worden toegevoegd.
Een gebruiker kan alleen worden GEWIST of GEWIJZIGD in de partitie van
waaruit hij is toegewezen.
Gebruikernummers dienen driecijferig te worden ingevoerd. Gebruikernummer
1 t/m 9 dienen bij invoer te worden voorafgegaan door twee nullen (bijv. 003,
004, etc.). Gebruikercodes dienen viercijferig te worden ingevoerd.
Voordat u een gebruikercode toewijst, vergewis uzelf ervan dat deze niet in
conflict komt met een DWANGAFSCHAKELING code.
Let op: Wanneer u gebruikers toevoegt, wijzigt of wist, zullen alle andere alfa-
numerieke bediendelen in de betreffende partitie "Gebr. wijzigen - Even wach-
ten..." weergeven, en het indrukken van toetsen op deze bediendelen (m.u.v. de
Paniek toetsen) zal geen effect hebben. Het indrukken van de paniektoetsen zal
een alarm veroorzaken en de gebruikerinvoer beëindigen.
6.6
Het beëindigen van de gebruikerwijziging modus
U kunt de op de volgende pagina's beschreven wijzigingsmodi op elk moment
verlaten op de volgende manier:
Druk op de [*] of de [#] toets, of druk gedurende 10 seconden op geen enkele
toets.
Het systeem zal terugkeren naar de normale gebruiksmodus.