6
6.4
Autorisatieniveaus definiëren de systeemfuncties die een gebruiker tot zijn be-
schikking heeft. Afhankelijk van de autorisatie die tot u zijn toegekend, zijn er
wellicht bepaalde systeemfuncties die u niet kunt uitvoeren. Kort samengevat zijn
er zes autorisatieniveaus, met ieder eigen beperkingen. Onderstaand treft u deze
indeling aan:
Niveau 1:
Master:
Kan alle systeemfuncties uitvoeren in toegewezen partities, en kan een Manager
of Gebruikers toevoegen, wissen, of wijzigen. Master codes kunnen alleen in de
programmering worden toegewezen door uw installateur.
Niveau 2:
Manager:
Kan systeemfuncties uitvoeren in toegewezen partities, en kan Gebruikers toe-
voegen, wissen of wijzigen.
Gebruiker A:
Niveau 3:
Kan systeemfuncties uitvoeren in toegewezen partities, maar kan andere Gebrui-
kers niet toevoegen of wissen.
Niveau 4:
Gebruiker B:
Dezelfde rechten als Gebruiker A, alleen Gebruiker B kan geen beschermde zo-
nes overbruggen.
Gebruiker C:
Niveau 5:
Kan het systeem in de toegewezen partities inschakelen, maar kan het systeem
NIET uitschakelen tenzij het systeem met deze code was ingeschakeld. Deze
code wordt normaal gesproken toegewezen aan iemand die het systeem alleen
op bepaalde tijden van de dag hoeft in- en uit te schakelen (bijv. een baby-sitter).
Dwangafschakeling:
Niveau 6:
Kan het systeem zowel in- als uitschakelen, maar hierbij wordt tevens een stil
paniekalarm verstuurd naar de meldkamer, wanneer het systeem hierop is aan-
gesloten.
Het bekijken van uw autorisatieniveau en systeemmogelijkheden:
1.
Voer uw code in + [ * ] + [ * ]
Het bediendeel zal de partitie(s) weergeven waarin u toegang heeft, en tevens
2.
uw gebruikernummer en het autorisatieniveau in elke partitie.
Gebruikercodes en autorisatieniveaus
Autorisatieniveaus
31