Vijfde uitgave • Derde druk
Test de machinefuncties
20 Druk de voetschakelaar in.
21 Activeer elke tuimelschakelaar voor machine-
functies.
Resultaat: alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen.
Opmerking: regel de snelheid van de armfuncties
door de snelheidscontroller van de armfuncties aan
te passen. De rij- en stuurfuncties worden niet
beïnvloed door de snelheidscontroller van de
armfuncties.
Test de stuurinrichting
22 Druk de voetschakelaar in.
23 Druk de duimschakelaar bovenop de rij-joystick
in de richting die wordt aangegeven door de
blauwe driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: de stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de blauwe driehoeken op het
rijchassis wijzen.
24 Druk de duimschakelaar in de richting die wordt
aangegeven door de gele driehoek op het
bedieningspaneel.
Resultaat: de stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de gele driehoeken op het
rijchassis wijzen.
Onderdeelnr. 133547DU
Rijden en remmen testen
25 Druk de voetschakelaar in.
26 Zet de rij-joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden
en zet de joystick vervolgens weer in de
middelste stand.
Resultaat: het rij-alarm dient te klinken. De
machine moet zich verplaatsen in de richting
waarin de blauwe pijl op het rijchassis wijst en
vervolgens abrupt stoppen.
27 Zet de rij-joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden
en zet de joystick vervolgens weer in de
middelste stand.
Resultaat: het rij-alarm dient te klinken. De
machine moet zich verplaatsen in de richting
waarin de gele pijl op het rijchassis wijst en
vervolgens abrupt stoppen.
Opmerking: de remmen moeten in staat zijn de
machine tegen te houden op elke helling die door
de machine kan worden genomen.
Z-34/22 • Z-34/22N
Bedieningshandleiding
FUNCTIETESTS
17