Als u net een cartridge hebt vervangen, controleer
dan of de datum op de verpakking nog niet is
verstreken. Vervang bovendien de cartridges
door nieuwe als de printer lange tijd niet is
gebruikt.
Zie 'Cartridges vervangen' op pagina 24
Controleer of de papiersoort die u op het display
hebt geselecteerd, geschikt is voor het type
afdrukmateriaal dat u in de printer hebt geplaatst.
Zorg ervoor dat u geen gebruik maakt van
speciale effecten die afbeeldingskleuren wijzigen,
zoals Sepia.
Afdrukken zijn onduidelijk of
vlekkerig.
Controleer of de instelling voor Pap.soort op het
display correct is. Verwijder elk afgedrukt vel
meteen uit de uitvoerlade.
Als u afdrukt op glansfilm, plaats dan een
steunvel (of een vel gewoon papier) onder de
stapel. U kunt de vellen ook één voor één
invoeren.
Raak de bedrukte zijde van papier met een
glanzend oppervlak niet aan en zorg ervoor dat
deze zijde nergens mee in aanraking komt.
Nadat u documenten op glanzend materiaal hebt
afgedrukt, moet u de inkt een paar uur laten
drogen alvorens met de documenten aan de
slag te gaan.
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit.
Zie 'De printkop reinigen' op pagina 27
Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit.
Zie 'De printkop uitlijnen' op pagina 27
Voer een aantal malen droog papier in en uit.
Zie 'De rol binnen in de printer reinigen' op
pagina 28
Als het probleem blijft bestaan, is er mogelijk inkt
in de printer gelekt. Veeg in dit geval de
binnenkant van de printer af met een zachte,
schone doek.
Zie 'De buitenkant van de printer reinigen' op
pagina 28
Diverse afdrukproblemen
Er worden blanco pagina's
afgedrukt
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit
om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon
te maken.
Zie 'De printkop reinigen' op pagina 27
Er worden marges weergegeven of
de buitenrand is weggesneden op
randloze foto's
Wijzig de instelling Vergrot. in het menu
x [Afdrukinstellingen] om de mate te wijzigen
waarin een afbeelding buiten het papierformaat valt
tijdens randloos afdrukken te wijzigen.
Het papier schuurt tijdens het
afdrukken
Wanneer u op dik papier afdrukt, kunt u de opening
van de papierinvoer vergroten. Druk op de knop
F [Setup], kies Onderhoud en druk op OK. Kies
vervolgens Dik papier bijstellen en druk op OK. Kies
vervolgens Aan en druk op OK.
De afdruk vertoont vlekken of vegen
Voer papier in en reinig de rol binnenin.
Zie 'De rol binnen in de printer reinigen' op
pagina 28
Het papier wordt niet goed
ingevoerd
Het papier wordt niet goed
ingevoerd of loopt vast
Als het papier niet goed in de printer gaat,
moet u het uit de papiertoevoer verwijderen.
Waaier het papier uit. Plaats het tegen de
rechterzijgeleider van de papiertoevoer en
schuif de linkerzijgeleider tegen het papier
aan (niet te strak). Plaats niet te veel vellen
tegelijk (ga niet over de c pijlmarkering op de
linkerzijgeleider) pagina 5 voor meer
informatie.
Druk op de knop Start om het vastgelopen
papier uit de printer te verwijderen. Als het
papier niet wordt uitgevoerd, schakelt u de
voeding uit en opent u het printerdeksel.
Verwijder al het papier binnenin, inclusief
afgescheurde stukken, en sluit het
printerdeksel. Plaats het papier, zet het
apparaat weer aan en druk op de knop Start
om door te gaan met afdrukken.
31
Problemen oplossen