6.
Druk de zijkanten in van de inktcartridge die u
wilt vervangen. Til de cartridge recht omhoog en
uit de printer, en deponeer de cartridge in de
daartoe bestemde afvalbak. Demonteer de
gebruikte cartridge niet en probeer deze niet
opnieuw te vullen.
Op de
afbeelding ziet
u hoe u de gele
inktcartridge
wordt
vervangen.
Opmerking:
Als de cartridge moeilijk te verwijderen valt, tilt u de cartridge
met meer kracht omhoog totdat deze eruit komt.
Let op
Probeer de cartridges niet bij te vullen. Andere producten die
niet door Epson zijn vervaardigd, kunnen leiden tot
beschadiging die niet onder de garantie van Epson valt.
Bovendien kunnen dergelijke producten er in bepaalde
omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct
functioneert.
7.
Plaats de cartridge verticaal in de
cartridgehouder. Druk vervolgens de
inktcartridge omlaag tot deze vastklikt.
8.
Nadat u de cartridge hebt vervangen, sluit u het
cartridgedeksel en het printerdeksel.
26
Cartridges vervangen
9.
Druk op de knop OK. De printkop wordt verplaatst
en het inkttoevoersysteem wordt geladen.
Wanneer het laden van de inkt is voltooid, keert de
printkop terug naar de uitgangspositie en wordt
het bericht 'Vervanging van cartridge is voltooid'
op het LCD weergegeven.
Let op:
Schakel nooit de printer uit voordat dit bericht wordt
weergegeven. De inkt wordt anders mogelijk niet
volledig geladen.
Plaats de cd/dvd-lade niet voordat de inkt helemaal
is geladen.
Opmerking:
Als een bericht op het LCD aangeeft dat een cartridge moet
worden vervangen nadat de printkop naar de uitgangspositie
is verplaatst, wordt de inktcartridge mogelijk niet correct
geïnstalleerd. Druk nogmaals op de knop OK en druk de
inktcartridge omlaag totdat deze vastklikt.