7.
Druk op de knop of om de foto's te selecteren
die u wilt afdrukken.
Opmerking:
U kunt overschakelen op een andere fotoweergave door op
de knop G [Display/Bijsnijden] te drukken (zie
pagina 13).
Wanneer u eenmaal op de knop G [Display/Bijsnijden]
drukt, ziet u een geel kader. U kunt dit gebruiken om de rest
van de foto weg te snijden en alleen het hoofdonderwerp af
te drukken. Zie 'Foto's bijsnijden en het formaat wijzigen' op
pagina 21.
8.
Druk op de knop Exemplaren + or - om het aantal
exemplaren voor elke foto in te stellen.
Opmerking:
Wanneer u slechts één foto kiest, worden 16 exemplaren
van dezelfde foto op één vel afgedrukt. Als u twee of meer
foto's kiest, wordt het aantal exemplaren dat u voor elke foto
instelt afgedrukt in een lay-out voor 16 foto's en blijven de
ongebruikte ruimten van de lay-out leeg.
Als u meer dan één foto wilt kiezen, herhaalt u stap 7 en 8
om andere foto's en voor elke foto het aantal exemplaren
te kiezen.
U kunt de afdrukinstellingen bevestigen door op de knop
OK te drukken.
9.
Druk op de knop Start om af te drukken.
Als de afdruk verkeerd is uitgelijnd
Wanneer u afdrukt op fotostickers met een lay-out
voor 16 foto's, kunt u de afdrukpositie wijzigen.
1.
Druk op de knop F [Instellen] om het menu
Instellen te openen.
2.
Druk op de knop of om Uitlijning op cd
aanpassen te markeren en druk op OK.
3.
Druk op de knop of om Sticker te markeren
en druk op de knop .
4.
Selecteer de mate waarin u het beeld wilt
verplaatsen. U kunt een waarde kiezen van 0 tot
2,5 mm kiezen.
18
Andere creatieve afdrukopties
5.
Druk op de knop OK om de gemaakte wijzigingen
in te stellen.
Opmerking:
Aangezien de instellingen van het de printer worden bewaard
nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, hoeft u de
afdrukpositie niet telkens opnieuw aan te passen.