Een cartridge vervangen
Zorg ervoor dat u een nieuwe cartridge bij de hand
hebt wanneer u begint. Zodra u begint met het
vervangen van een cartridge, moet u alle stappen
achter elkaar uitvoeren, zonder enige onderbreking.
Opmerking:
Open de verpakking van de inktcartridge pas wanneer u gereed bent
om deze in de printer te installeren. De cartridge is vacuüm verpakt
om de betrouwbaarheid te waarborgen.
1.
Controleer of de printer is ingeschakeld maar niet
afdrukt, en open vervolgens het printerdeksel.
Opmerking:
Controleer of de cd/dvd-lade niet in de printer is geplaatst
voordat u een inktcartridge vervangt.
2.
Controleer het bericht over het vervangen van een
cartridge op het LCD wordt weergegeven en druk
op de knop OK.
Opmerking:
Het bericht wordt niet weergegeven als er inkt over is. Druk in
dit geval op de knop
F
[Instellen], kies Onderhoud en druk
vervolgens op OK. Kies vervolgens Inktcartridge vervangen
en druk op de knop OK. Als u wilt weten welke cartridge u moet
vervangen, raadpleegt u 'Cartridgestatus controleren' op
pagina 24.
De inktcartridge wordt langzaam verplaatst naar
de stand waarin u de inktcartridge.
Let op:
Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer
worden beschadigd. Druk altijd op de knop OK om de cartridge
te verplaatsen.
3.
Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
Let op:
Zorg ervoor dat u de haakjes aan de zijkant van de
inktcartridge niet breekt wanneer u deze uit de
verpakking haalt.
Raak de groene chip aan de zijkant van de cartridges niet
aan. Hierdoor kan de cartridge beschadigd raken.
4.
Verwijder de gele tape van de onderzijde van
de cartridge.
Let op:
U moet de gele tape van de cartridge halen voordat u de
cartridge installeert. Als u dit niet doet, kan de
afdrukkwaliteit te wensen overlaten of is afdrukken
helemaal niet mogelijk.
Als u een inktcartridge hebt geïnstalleerd en de gele tape
niet hebt verwijderd, haalt u de cartridge uit de printer,
verwijdert u de gele tape en zet u de cartridge weer terug.
Laat de transparante afdichting aan de onderzijde van de
cartridge altijd gewoon zitten, anders kan de cartridge
onbruikbaar worden.
De beschermstrook op de cartridge mag niet worden
verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders
gaat lekken.
Zorg er altijd voor dat u onmiddellijk nadat u de oude
cartridge hebt verwijderd een nieuwe cartridge in de printer
installeert. Als u de inktcartridge niet meteen installeert, kan
de printkop uitdrogen en kunt u mogelijk niet meer
afdrukken.
5.
Open de cartridgeklep.
Cartridges vervangen
25