FLEXCUT™ 125 CE
VEILIGHEID
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoewel plasmasnijden al jaren veilig wordt gebruikt, zijn er wel bepaalde
voorzorgsmaatregelen nodig om te zorgen voor de veiligheid van
de operator en andere personen rond de apparatuur. De volgende
veiligheidsinformatie moet worden voorzien aan elke persoon die
dit apparaat bedient, observeert, hieraan onderhoud uitvoert of in
de directe nabijheid hiervan werkt.
Installatie, bediening en reparaties die worden uitgevoerd aan het
systeem, mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel. Het systeem maakt gebruik van zowel wisselstroom-
als gelijkstroomcircuits voor bediening. Er bestaat wel een dodelijk
gevaar op elektrische schok. Wees uiterst voorzichtig bij het werken
aan het systeem. Veiligheidsstickers op de voeding mogen niet
worden verwijderd.
BESCHERMING TEGEN
ULTRAVIOLETTE STRALING
Plasmasnijden produceert ultraviolette straling die vergelijkbaar is
met een vlamboog. Deze ultraviolette straling kan brandwonden aan
de huid en de ogen veroorzaken. Om deze reden is het van essentieel
belang dat de juiste bescherming wordt gedragen. De ogen kunnen
het best worden beschermd door het gebruik van een veiligheidsbril
of een lashelm met een AWS Nr. 12-kap of ISO 4850 Nr. 13-kap, wat
bescherming biedt tot 400 Ampère. Alle blootgestelde huidzones
moeten worden afgedekt met brandvertragende kleding. Het snijgebied
moet tevens zo worden voorbereid dat ultraviolet licht niet reflecteert.
Wanden en andere oppervlakken moeten met donkere kleuren
worden geverfd om gereflecteerd licht te reduceren. Beschermkappen
of gordijnen moeten worden geïnstalleerd voor het beschermen van
aanvullende werknemers in het gebied tegen ultraviolette straling.
GELUIDSBESCHERMING
Het systeem genereert hoge geluidsniveaus bij het snijden.
Afhankelijk van de grootte van het snijgebied, de afstand tot de
snijbrander en niveau van stroomniveau van boogsnijden, kunnen
acceptabele geluidsniveaus worden overschreden. De juiste
gehoorbescherming moet worden gebruikt als gedefinieerd door
lokale of nationale wetten. Zie Deel 2 voor geluidsemissieniveaus.
PREVENTIE VAN GIFTIGE
DAMPEN
Men moet zorgen voor toereikende ventilatie in het snijgebied. Sommige
materialen geven giftige dampen af die schadelijk of dodelijk kunnen
zijn voor personen in de nabijheid van het snijgebied. Tevens kunnen
sommige oplosmiddelen ontbinden en schadelijke gassen vormen bij
blootstelling aan ultraviolette straling. Deze oplosmiddelen moeten
worden verwijderd uit het gebied voorafgaand aan snijden.
Gegalvaniseerd metaal kan schadelijke gassen produceren
tijdens het snijproces. Zorg voor goede ventilatie en gebruik
ademhalingsapparatuur bij het snijden van deze materialen.
Bepaalde metalen met een laag van of die lood, cadmium, zink,
beryllium en kwik bevatten, produceren schadelijke toxines. Snijd
deze metalen niet tenzij alle personen die onderhevig zijn aan de
dampen, de juiste ademhalingsapparatuur dragen.
PREVENTIE VAN ELEKTRISCHE
SCHOK
Het systeem gebruikt hoge open circuitspanningen die
dodelijk kunnen zijn. Men dient uiterst voorzichtig te zijn
bij het bedienen van of uitvoeren van onderhoud aan het systeem.
Alleen gekwalificeerd personeel mag het systeem onderhouden. Volg
de volgende richtlijnen voor bescherming tegen elektrische schok:
• Een aan de wand gemonteerde lastschakelaar moet worden
geïnstalleerd en gezekerd overeenkomstig lokale en nationale
elektriciteitsvoorschriften. De lastschakelaar moet zo dicht
mogelijk bij de voeding worden geplaatst zodat het kan
worden uitgeschakeld in geval van nood.
• Het primaire stroomsnoer moet een minimum specificatie van 600
Volt hebben voor het beschermen van de operator. Bovendien moet
het een afmeting hebben overeenkomstig de lokale en nationale
elektriciteitsvoorschriften. Inspecteer het primaire stroomsnoer
frequent. Bedien het systeem nooit als het stroomsnoer op enige
manier is beschadigd.
• Zorg ervoor dat de primaire aardingsdraad is aangesloten bij de
aardlocatie van het ingangsvermogen op de voeding. Zorg ervoor
dat de aansluiting goed vast zit.
• Zorg ervoor dat de positieve uitgang (werkaarde) van de voeding
is aangesloten op een kaal metalen gebied op de snijtafel. Een
aangedreven aardstang moet niet verder dan vijf voet van deze
aansluiting worden geplaatst. Zorg ervoor dat dit aardingspunt
op de snijtafel wordt gebruikt als het primaire aardingspunt voor
alle andere aardverbindingen.
• Inspecteer de branderkabels frequent. Gebruik het systeem nooit
als de kabels op enige manier zijn beschadigd.
• Ga niet in natte, vochtige gebieden staan bij het bedienen van of
uitvoeren van onderhoud aan het systeem.
• Draag geïsoleerde handschoenen en schoenen bij het bedienen
van of uitvoeren van onderhoud aan het systeem.
• Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld bij de
wandlastschakelaar voorafgaand aan onderhoud aan de voeding
of brander.
• Verwissel nooit verbruiksproducten van de brander tenzij de
hoofdstroom naar het systeem is uitgeschakeld bij de voeding
of wandlastschakelaar.
• Probeer niet om enige onderdelen vanaf onder de brander te
verwijderen tijdens het snijden. Denk eraan dat het werkstuk
het stroompad terug naar de voeding vormt.
• Ga nooit voorbij aan de veiligheidsvergrendelingsapparaten.
• Voorafgaand aan het verwijderen van enige van de kappen, moet
u het systeem uitschakelen bij de wandlastschakelaar. Wacht ten
minste (5) minuten voordat u enige kap verwijdert. Hierdoor hebben
de condensatoren binnen de eenheid tijd om te ontladen. Zie
Hoofdstuk 5 voor aanvullende veiligheidsmaatregelen.
• Bedien het systeem nooit wanneer niet alle kappen zijn geplaatst.
Zie Hoofdstuk 5 voor aanvullende veiligheidsmaatregelen.
• Preventief onderhoud moet dagelijks worden uitgevoerd voor het
vermijden van mogelijke veiligheidsrisico's.
2
VEILIGHEID