HOe eeN VOOrAFiNgeSTeLDe WOrkOuT Te
gebruikeN
1. raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 22.
2. kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te kiezen,
drukt u op het hardlopertje onderaan het scherm.
Het menu van de oefeningen zal op het scherm
verschijnen.
Aandacht: U kunt ook op de toetsen Intensity
(Intensiteit), Performance (Prestatie), Incline
(Helling) en Calore op het bedieningspaneel
drukken.
Selecteer de gewenste oefeningencategorie uit
het oefeningenmenu en selecteer de gewenste
oefening. Het scherm zal de naam, de duur, en de
afstand van de oefening weergeven. Het scherm
zal ook het geschatte aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zult verbranden en een profiel van de
weerstandsinstellingen van de oefening aangeven.
3. begin met de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (Start
Oefening) om de oefening te laten beginnen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Voor
elk segment is één weerstandsniveau, één hel-
lingsgraad en één doelgerichte tpm (snelheid)
geprogrammeerd. Let op: Dezelfde weerstandsni-
veau, hellingsgraad en/of na te streven opm doel
kunnen voor opeenvolgende segmenten gepro-
grammeerd worden.
Tijdens de oefening, worden uw profielen weerge-
geven zodat u uw vorderingen kunt volgen. Tik op
of schuif over het scherm om de profielen te bekij-
ken. De verticaal gekleurde lijn geeft het huidige
onderdeel van de oefening aan. Het onderste pro-
fiel geeft het hellingniveau van het huidige segment
weer. Het bovenste profiel geeft het weerstandsni-
veau van het huidige segment weer.
Houd uw fietssnelheid dichtbij de doel-tpm tijdens
de oefening voor het huidige segment. De meter
voor de doelzone zal u aansporen om uw trapsnel-
heid te verhogen, te verlagen, of aan te houden.
Tik op of schuif over het scherm om de meter voor
de doelzone te bekijken.
All manuals and user guides at all-guides.com
26
beLANgriJk: De doel-tpm is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. uw feitelijke snel-
heid kan langzamer zijn dan de na te streven
snelheid. Zorg ervoor dat u op een tempo stapt
dat aangenaam voor u is.
Als het weerstandsniveau of de hellingsgraad voor
het huidige segment te hoog of te laag is, kunt u de
instellingen handmatig wijzigen door op de toetsen
Resistance (Weerstand) of Ramp (hellinggraad)
te drukken. beLANgriJk: De pedalen zullen
wanneer het huidige segment van de workout
eindigt, automatisch aan het geprogrammeerde
weerstandsniveau van het volgende segment
aangepast worden en het hellingplatform zal
automatisch op de geprogrammeerde hellings-
graad van het volgende segment aangepast
worden.
Aandacht: Het calorieëndoel is een schat-
ting van het aantal calorieën dat u tijdens de
workout zult verbranden. Het feitelijke aantal
calorieën dat u verbrandt zal van verschil-
lende factoren, zoals uw gewicht, afhangen.
bovendien zal een handmatige aanpassing van
de weerstand of de helling tijdens de oefening,
invloed hebben op het aantal calorieën dat u
zult verbranden.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op de toets
terug of home onderaan het scherm. Raak de
Resume (hervatten) toets aan om met de oefening
door te gaan. Raak de End Workout (oefening ein-
digen) toets aan om met de oefening te stoppen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Een samenvatting van de
oefening zal op het scherm verschijnen. Raak,
nadat u de samenvatting van de oefening bekeken
heeft, de Finish (eindigen) toets aan om naar het
hoofdmenu terug te keren. U kunt uw resultaten óf
bewaren óf bekend maken door een van de opties
van het scherm te gebruiken.
4. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op pagina 24.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 25.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op pagina 25.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 25.