Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
• Het apparaat kan niet worden gedetecteerd, tenzij het is ingeschakeld. Als de computer er
niet in slaagt om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is aangesloten op de
computer via een netwerk of USB-kabel en dat deze is ingeschakeld en klik op
(Vernieuwen).
• Als het doelapparaat niet wordt weergegeven, druk dan op [Aangepast apparaat
toevoegen] om het te gebruiken apparaat rechtstreeks te selecteren.
2
Selecteer het te installeren stuurprogramma.
2
3
Klik op tabblad [Hulpprogramma's] en kies het te installeren hulpprogramma.
1
2
4
Klik op [Installeren].
1
3
3
2-37