DE POMP BEDIENEN (16/25)
Prioriteiten bij geplande programma's
Wanneer de pomp in de modus 'Tijdschema' werkt, is het belangrijk om elk programma tot haar
individuele bedrijfstijd te beperken. Als de looptijden van de programma's elkaar overlappen,
hanteert de pomp de onderstaande prioriteiten:
De prioriteiten binnen 'Tijdschema' hieronder zijn volgens hun dalende belangrijkheid
gerangschikt:
Hoogste debiet » laagste debiet » hoogste toerental » laagste toerental
• Wanneer twee geplande toerental- OF twee debietprogramma's elkaar overlappen, draait de
pomp met het hoogste toerental (RPM) of het hoogste debiet (m³/u) ongeacht het programma
dat in gebruik is.
• Wanneer een toerental- EN een debietprogramma elkaar overlappen, werkt de pomp het eerst
volgens het debietprogramma.
• Een manuele of timerinstructie krijgt voorrang op een lopend programmaschema. De manuele
of 'egg timer'-instructie wordt uitgevoerd tot de opdracht af is, tenzij het volgende geplande
programma actief wordt of een andere instructie gegeven wordt.
EXTERNE REGELING
Deze functie dient om toerentallen te programmeren die aangehouden worden wanneer de
IntelliComm® Communication Center een instructie stuurt. Bijvoorbeeld, terminal 3 en 4 in het
IntelliComm systeem reageren op het External Control Program #1. (5 en 6 op Ext Ctrl #2).
Met de functie 'Stop Delay' (stop uitstellen) kan de gebruiker de pomp zo programmeren dat
die een toerentalprogramma draait nadat de 'External Control' gedeactiveerd is. Die functie kan
gebruikt worden om een afkoelperiode voor de pomp te voorzien nadat een werkingssignaal dat
van een geïnstalleerd verwarmingselement afkomstig is, gedeactiveerd is. Voor elk individueel
toerentalprogramma kan een 'Stop Delay' van 1 tot 10 minuten geprogrammeerd worden.
Gebruik de functie 'Externe regeling' om het vermogenscentrum van het IntelliComm systeem te
programmeren.
Om naar het menu 'External Control' te gaan:
1. Controleer of de groene voeding-LED brandt.
2. Druk op de knop Menu.
3. Gebruik de pijlen omhoog of omlaag om naar 'Ext. Ctrl.'(externe regeling) te gaan. Druk op Select.
4. 'Program 1' wordt weergegeven. Druk op Select om in het menu 'Program 1' te gaan.
5. Op het scherm verschijnt 'Operation Mode' (bedrijfsmodus). Druk op Select en gebruik de pijlen
omhoog of omlaag om tussen 'Geactiveerd' of 'Pump Off' (pomp uit) te kiezen. Druk op Save.
Opmerking: Het programma dat u wilt bewerken, moet geactiveerd zijn opdat u verder in het
menu kunt gaan.
6. Gebruik de pijlen omhoog of omlaag om naar 'Type instellen' te gaan. Druk op Select.
7. Gebruik de pijlen omhoog of omlaag om tussen 'Toerental' of 'Debiet' te kiezen. Druk op Save.
8. Gebruik de pijlen omhoog of omlaag om naar 'Toerental/debiet instellen' te gaan. Druk op
Select en gebruik de pijlen omhoog of omlaag om de toerental- of debietinstellingen aan te
passen. Druk op Save.
9. Als u geen 'Stop Delay' wilt programmeren, gaat u over naar stap 11. Als u een 'Stop delay' wilt
programmeren, drukt u op de pijlen omhoog of omlaag om naar 'Stop Delay' te gaan. Druk op
Select.
10. Gebruik de pijlen omhoog of omlaag om de instelling van 'Stop Delay' te veranderen. 'Stop
Delay' kan worden ingesteld op een waarde van 0 (gedeactiveerd) tot 10 minuten.
11. Druk op Save om de instellingen te bewaren.
12. Druk op Back om terug te keren en Programma 2 in te stellen.
13. Gebruik de pijlen omhoog of omlaag om naar 'Program 2' te gaan.
14. Herhaal stappen 4 tot 11 om programma 2, 3 en 4 in te stellen.
27