3.6 A
ANSLUITINGEN
3.6.1 Algemene aanbevelingen
De WPC voldoet aan beschermingsklasse I (Er is een aardklem aanwezig). Het is van levensbelang dat de
aardklemmen van zowel de AC IN als de AC OUT aangesloten worden. Een extra aardaansluiting is
aanwezig tussen de twee bevestigingsschroeven aan de bodem van het apparaat. (17).
In alle gevallen, moet bij alle klasse I apparatuur de aardedraad tenminste verbonden worden aan
de aardklem. Dit geldt zowel aan de inkomende aansluiting als voor de afgaande aansluiting van
de WPC (potentiaalvereffening). Verder is het verplicht om aan de specifieke wet- en regelgeving
die betrekking heeft op de toepassing te voldoen.
Schroef de ingangs- (13) en uitgangsaansluitingen (14) stevig vast met behulp van een schroevendraaier
no.3.
De kabeldiameters van deze aansluitingen moeten aan de plaatselijke regelgeving voldoen.
Alle verbindingskabels inclusief de accukabels moeten met trekontlastingen worden vastgezet om wringen of
trekken aan de verbinding te voorkomen.
Accukabels moeten zo kort mogelijk worden gehouden en de diameter moet overeenkomstig de van
toepassingzijnde regelgeving worden bepaald. De aansluitingen op de accu-ingangen (11) en (12) moeten
eveneens voldoende stevig worden vastgezet.
3.6.2 Het aansluitcompartiment
Gedurende het gebruik moet het aansluitcompartiment gesloten zijn. Het is noodzakelijk om na
elke interventie in het apparaat het beveiligingdeksel over de aansluitklemmen te sluiten.
Als het deksel geopend wordt, controleer dan eerst of alle DC (accu's) en AC spanningsbronnen
afgekoppeld zijn en geen spanning dragen.
11
10
10
10
DECEMBER 2011 / WPC / NL
12
10
13
15
10
10
INSTALLATIE EN AANSLUITEN
16
14
10
10
9