BEKABELING
uitgezet als er een TT net aanwezig is aan de ingang van de WPC.
Alle stopcontacten en beveiligingsklasse I apparaten die op de secondaire zijde van de WPC
worden aangesloten moeten aan aarde liggen (alleen stopcontacten met randaarde toepassen).
De bovengenoemde aansluitregels blijven geldig in die installaties waar de WPC ingang met het
net verbonden is door een stekker verbinding.
4.2.2 Stationaire opstellingen
Een stationaire opstelling kan het zelfde zijn als een mobiele installatie (met een niet verbonden nul)
In een vaste opstelling waarbij de nul op een enkelvoudig aardpunt aan de primaire zijde van de WPC
verbonden is met de aarde, is het toegestaan om de primaire en secondaire nullen te verbinden om aan de
secondaire zijde een eenduidig aardingssysteem te realiseren, onafhankelijk van de status van de WPC.
Deze keuze heeft het voordeel dat de beveiligingsapparatuur aan de secondaire kant van de WPC kan
blijven. Deze verbinding kan tot stand worden gebracht overeenkomstig de afbeelding hieronder, of door de
parameter {1486} aan te passen. In dit geval zal de eerste de beste aardfout tot afschakeling leiden van de
beveiligingen aan de primaire zijde en/of de secondaire zijde van de WPC.
De veiligheid wordt gegarandeerd door potentiaalvereffening en door een aardlekschakelaar aan de
secondaire zijde. Deze verbinding (C) is echter niet toegestaan als er ook nog een stopcontact is
geïnstalleerd aan de primaire zijde van de WPC.
4.2.3 Installaties met een PE-neutraal schakeling
Bij bepaalde toepassingen, is het gewenst om de nullen van de primaire en secondaire zijde van de WPC
gescheiden te houden (C) terwijl het aardingssysteem (TN-S, TT of TNC-S) in werking blijft bij afwezigheid
van de spanning aan de primaire zijde. De functie die de verbinding tot stand brengt wordt geregeld door de
fabrieksinstelling van parameter {1485}, Deze parameter kan worden aangepast via de WPC-RCC/PSCP
afstandsbediening. Deze aanpassing moet worden uitgevoerd met de nodige technische kennis, onder de
verantwoordelijkheid van de installateur en in overeenstemming met de geldende normen en standaards.
Het uitzetten van deze functie komt tegemoet aan de vereisten voor een aarde-nulverbinding aan de bron.
4.2.4 Bliksem beveiliging
Afhankelijk van waar de installatie zich bevindt wordt aanbevolen om een beveiliging voor blikseminslag aan
te brengen. Daar de aard van de beveiliging sterk verschilt per situatie bevelen wij aan om zeer
professioneel met dit probleem om te gaan.
Schade als gevolg van blikseminslag brengt meestal aanzienlijke kosten met zich mee (vervanging
van alle elektronische printplaten) en wordt niet door de garantie van Whisper Power gedekt.
4.3 A
ANBEVELINGEN VOOR DE DIMENSIONERING VAN HET SYSTEEM
4.3.1 Bepaling van de accucapaciteit
De accucapaciteit wordt afgestemd op de behoefte van de gebruiker: 5 tot 10 keer het gemiddelde dagelijks
gebruik. Hierdoor blijft de diepte van de ontlading beperkt en wordt de levensduur van de accu verlengd.
14
DECEMBER 2011 / WPC / NL