Steek
4.2
CBA
5-
3.2
CBA
5-
2.2
CBA
5-
Knoopsgaten
Het naaien van knoopsgaten is met alle
select™-modellen heel eenvoudig, omdat
5
de stof niet gedraaid hoeft te worden.
5
Normaal worden knoopsgaten in
–
5
verstevigde, dubbele stof genaaid.
Desondanks is het bij menig materiaal
zoals bijv. zijde, organza en viscose nodig,
dat daaronder nog dubbel vloeipapier
wordt meegevoerd, zodat de stof tijdens
het naaien niet uitrekt.
Ook Avalon (van Madeira) leent zich
hiervoor uitstekend. Het is een speciale
vlieseline dat in water oplost. Bij materiaal
zoals fluweel, leer of dikke wollen stoffen,
transporteert de machine anders. Dan kan
de vlieseline zowel onder als op de stof
worden gelegd. Het transport wordt dan
door de stof minder afgeremd. Desondanks
is het soms nodig (bij dikke mantelstof
bijv.) met naaivoet nr. 1 en ingeschakeld
IDT™ systeem de knoopsgaten te maken.
Het mooiste steekbeeld krijgt u met stop-
en borduurgaren.
Geef met behulp van een textielstift
of kopspeld de beginpunten van de
knoopsgaten aan en probeer ze eerst uit
op een proeflapje. Bij dikke stoffen de
rupsen grover afstellen.
Attentie: Steeds als u een knoopsgat begint, de
slede van de voet geheel naar u toe schuiven,
d.w.z. de rode pijl ligt parallel langs het eerste
streepje. De rode streepjes op de voet zijn om
de 0,5 cm aangebracht. Ze geven u houvast bij
het bepalen van de lengte van het knoopsgat.
Knoopsgaten maken
• Plaats de knoopsgatvoet en schuif de
• Kies steek 1 (C) en naai de rechter rups
slede van de voet geheel naar u toe.
van het knoopsgat tot de gewenste
lengte. Knip de bovendraad na een
paar steekjes af.
33