Pagina 2
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en UL1594. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften in acht nemen, inclusief het volgende: Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de instructies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine.
Intellectueel eigendom PFAFF, ADMIRE, en PERFECTION STARTS HERE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.a.r.l. Bij het afvoeren van dit product moet u erop letten dat het op de juiste wijze wordt gerecycled volgens de nationale richtlijnen voor elektrische/elektronische producten.
Inhoudsopgave NAAIEN OVER UW MACHINE Stekenoverzicht Machineoverzicht Uitleg van pictogrammen/kleuren Machine-overzicht - Binnenste onderdelen Accessoires 4-draads overlock Het voetpedaal en de stroombron aansluiten 3-draads overlock, breed (en smal) Voordat u de machine de eerste maal gebruikt 3-draads smalle rand De uitschuifbare garenstandaard opzetten 3-draads rolzoom Afdekkingen voorkant en aanschuiftafel 3-draads picotrand...
Het voetpedaal en de stroombron aansluiten Bij deze machine te gebruiken voetpedaal: Type C-1028 voor VS/Canada, C-2085-1 voor VK, C-2065 voor Australië, C-2060 voor continentaal Europa. Controleer voordat u de stekker van de machine in het stopcontact steekt of de spanning gelijk is aan de span- ning die onderaan de onderkant van de machine staat aangegeven.
Afdekkingen voorkant en aanschuiftafel Voorklep Maak de klep open door de afdekking zo ver mogelijk naar rechts te duwen en dan naar u toe te trekken. Sluit de klep door de afdekking eerst omhoog te trekken en dan naar links te schuiven totdat hij vastklikt. Let op: De voorklep heeft een veiligheidsschakelaar;...
Persvoetlichter Breng de naaivoet omhoog door de persvoetlichter aan de achterkant van de machine omhoog te brengen. Door de persvoetlichter omhoog te duwen, wordt de naaivoet in de extra hoge positie gebracht. Breng de naaivoet altijd omhoog wanneer u de machine inrijgt.
Informatie over de naald • Gebruik HA-1 SP #14 of #11 naalden of systeem Stretch 130/705, maat #11/75 of #14/90. • Op de machine zijn HA-1 SP #11-naalden bevestigd. U kunt met één of twee naalden naaien afhankelijk van de gebruikte steek. De linker naald en naaldklemschroef zijn gemarkeerd met een “L”, de rechter naald en naaldklemschroef met een “R”.
Bovenste mes Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Het bovenmes uitschakelen Schakel het bovenste mes uit voor flatlocksteken, plooien, enz. • Draai het handwiel naar u toe totdat het bovenmes (A) in de hoogste positie staat. •...
VOORBEREIDINGEN Algemene informatie over inrijgen De grijpers en naalden hebben kleurcodering om de juiste inrijgroutes aan te geven. Begin altijd met het inrijgen van Geel Blauw de grijpers en daarna de naalden van rechts naar links (volg de hieronder aangegeven volgorde). 1.
De garenklosjes op de garenpennen plaatsen Schuif de garenklosjes op de garenkloshouders op de garenpen. Breng de garenkloshouder stevig aan in het klosje. A. Als u kleine garenklosjes gebruikt, verwijder dan de garenkloshouders. Plaats het klosje met de kant met de gleuf omhoog en leg de garenschijf erop.
De ondergrijper inrijgen Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Let op: Breng de naaivoet omhoog om eenvoudiger in te kunnen rijgen. Schuif een klosje garen op de meest rechter garenpen. Trek de draad van de achterkant naar de voorkant door de rechter draadgeleider (A).
Pagina 15
Zet de schakelaar Inrijgen/Naaien in de stand “Inrij- gen” (G) door de schakelaar naar rechts te draaien. Draai het handwiel langzaam naar u toe totdat de mar- kering op het wiel gelijk staat met de markering op de afdekking (H). Het handwiel klikt en is vergrendeld in de inrijgpositie.
De bovengrijper inrijgen Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Let op: Breng de naaivoet omhoog om eenvoudiger in te kunnen rijgen. Schuif een klosje garen op de tweede garenpen van rechts. Trek de draad van de achterkant naar de voor- kant door de tweede draadgeleider van rechts (A).
Pagina 17
Zet de schakelaar Inrijgen/Naaien in de stand “Inrij- gen” (G) door de schakelaar naar rechts te draaien. Draai het handwiel langzaam naar u toe totdat de mar- kering op het wiel gelijk staat met de markering op de afdekking (H). Het handwiel klikt en is vergrendeld in de inrijgpositie.
Grijpers inrijgen met de grijperinrijgdraad of standaardgaren Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Let op: Breng de naaivoet omhoog om eenvoudiger in te kunnen rijgen. Let op: Breng de grijperdraadhendel niet omhoog of omlaag tij- dens het inrijgen.
Standaardgaren gebruiken Zet de schakelaar Inrijgen/Naaien in de stand “Inrij- gen” (A) door de schakelaar naar rechts te draaien. Draai het handwiel langzaam naar u toe totdat de mar- kering op het wiel gelijk staat met de markering op de afdekking (B).
De rechternaald inrijgen Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Let op: Breng de naaivoet omhoog om eenvoudiger in te kunnen rijgen. Breng de naalden omhoog door het handwiel langzaam naar u toe te draaien totdat de markering op het wiel gelijk staat met de markering op de afdekking.
Pagina 21
Trek de draad omlaag langs de gleuf en breng de draad naar links door de inrijgroute (E). Breng de draad van rechts naar links rondom de draad- hefboom (F). Breng de draad door de rechtergleuf van de bovendraad- geleider (G). Breng de draad van links naar rechts door de draad- geleider van de naaldstang (H).
De linkernaald inrijgen Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Let op: Breng de naaivoet omhoog om eenvoudiger in te kunnen rijgen. Breng de naalden omhoog door het handwiel langzaam naar u toe te draaien totdat de markering op het wiel gelijk staat met de markering op de afdekking.
Pagina 23
Trek de draad omlaag langs de gleuf en breng de draad naar links door de inrijgroute (E). Breng de draad van rechts naar links rondom de draad- hefboom (F). Breng de draad door de linkergleuf van de bovendraad- geleider (G). Breng de draad van links naar rechts door de draad- geleider van de naaldstang (H).
De draadinsteker gebruiken Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Breng de naalden omhoog door het handwiel langzaam naar u toe te draaien totdat de markering op het wiel gelijk staat met de markering op de afdekking (A). Breng de persvoetlichter omlaag (B).
Differentieel transport afstellen Het differentieeltransportsysteem bestaat uit twee reeksen tandjes achter elkaar. De reeksen transporttanden werken onafhankelijk van elkaar en geven perfecte resultaten bij het naaien op speciale stoffen. Wanneer de hoeveelheid transport van de voorste transporttanden wordt veranderd ten opzichte van het transport van de achterste transporttanden, wordt de stof “uitgerekt”...
Snijbreedte aanpassen Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Als de snijbreedte te smal of te breed is voor de ingestelde naad, kunt u deze aanpassen door het vaste mes te ver- plaatsen. Draai aan de afstelknop voor de snijbreedte om het vaste mes naar rechts of naar links te verplaatsen.
Draadspanningsinstellingen Stel de draadspanning af op het type stof en het garen dat u gebruikt. Hoe hoger het cijfer op de draadspannings- schijven, hoe strakker de draadspanning. In de stekentabel op pagina 28-31 vindt u voor alle steken aanbevelingen voor de draadspanning. Juiste draadspanning De onder- en bovengrijperdraad moeten goed uitgebalan- ceerd zijn met dezelfde spanning (de grijperdraden moeten...
NAAIEN Op uw overlockmachine worden verschillende steken verkregen door verschillende naaldposities, inrijgmethoden, spanningsinstellingen en het gebruik van de 2-draads overlockconverter te combineren. Zie hoofdstuk 2, Voorbereidingen, voor referenties voor het instellen van uw machine. Stekenoverzicht De instellingen in de onderstaande tabel zijn onze aanbevelingen, gebaseerd op normale omstandigheden. Het kan nodig zijn de draadspanning aan te passen afhankelijk van de steek, het type stof en het garen dat u gebruikt.
3-draads overlock, breed (en smal) Voor het naaien van twee lagen elastische stof of het afwerken van een enkele laag dunne tot normale stof. Gebruik dikkere draden in de grijpers om decoratieve randen te maken. Let op: Gebruik de rechternaald voor een smalle steek. De aanbevolen draadspanningsinstellingen staan tussen haakjes in het overzicht.
3-draads flatlock, breed (en smal) Om stoffen aan elkaar te naaien met een decoratief effect, met de flatlockzijde of de laddersteek- zijde. Maak verschillende effecten door de grijpers in te rijgen met decoratief garen, zoals rayon dikte 40. Let op: Gebruik de rechternaald voor een smalle steek. De aanbevolen draadspanningsinstellingen staan tussen haakjes in het overzicht.
2-draads rolzoom Voor het afwerken van dunne stoffen. Deze steek geeft een mooie afwerking aan zijdeachtige sjaals, ruches en servetten. Rijg de grijper in met een decoratief dun garen, zoals rayon dikte 40, voor een mooie cordonrand (2-draads overlockconverter nodig). Let op: Niet aanbevolen voor dikke stoffen.
Beginnen met naaien Wanneer de machine helemaal is ingeregen, sluit u de voorklep en brengt u alle draden over de steekplaat en iets aan de linkerkant onder de naaivoet. Controleer of het bovenmes goed tegen het vaste mes komt door het handwiel langzaam naar u toe te draaien.
De draadketting vastmaken Een knoop maken (A) Om te voorkomen dat de draadketting losraakt, scheidt u de draaduiteinden en knoopt u ze aan elkaar vast. Met een naald (B) 1. Rijg de ketting in een handwerknaald met een groot oog. 2.
Rimpelen met het differentieel transport Het differentieeltransport kan worden gebruikt om dunne stoffen te rimpelen. Gebruik het voor mouwen, het maken van ruches en meer. Stel het differentieel transport in tussen 1.5 en 2 om het beste rimpeleffect voor uw project te verkrijgen. Probeer dit altijd eerst uit op een proeflapje.
Flatlocksteek Een flatlocksteek (A) wordt gemaakt door de spanning van de 3-draads overlocksteek aan te passen, de zoom te naaien en de stoffen uit elkaar te trekken om de zoom plat te maken. De spanningen moeten juist worden afge- steld, zodat de stof goed plat wordt getrokken. Een flatlocksteek kan als decoratieve constructiesteek worden gebruikt, om twee delen aan elkaar te naaien (standaard-flatlocksteek) of om één stuk stof te versieren...
Hoeken naaien 1¼ (3cm) Buitenste hoeken Snijd drie van de hoeken ongeveer 3 cm bij zoals afge- beeld (A). Begin te naaien in de hoek die niet is afgesneden. Stop de machine wanneer u bij een hoek komt. Breng de naald en de naaivoet omhoog.
MACHINE-ONDERHOUD Een overlock heeft meer onderhoud nodig dan een gewone naaimachine, om 2 redenen: • Er wordt veel stof geproduceerd wanneer de messen de stof snijden. • Een overlockmachine loopt op een zeer hoge snelheid en moet vaak worden geolied om de interne delen te smeren. Opslag Haal de stekker uit het stopcontact wanneer de machine niet wordt gebruikt.
Het grijper-inrijgbuisje schoonmaken Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Gebruik de grijperinrijgdraad om het buisje van het grijper inrijgmiddel schoon te maken. Zet de schakelaar Inrijgen/Naaien in de stand “Inrij- gen” (A) door de schakelaar naar rechts te draaien. Draai het handwiel langzaam naar u toe totdat de mar- kering op het wiel gelijk staat met de markering op de afdekking (B).
De machine oliën Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Om de machine soepel en stil te laten lopen, moeten de bewegende delen die op de afbeelding staan aange- geven vaak worden gesmeerd. We raden aan om eenmaal per week te smeren bij normaal gebruik of eenmaal per 10 uur doorlopend gebruik.
Het bovenmes vervangen Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stop- contact. Het bovenmes moet worden vervangen als het bot wordt. Vervang het volgens de onderstaande instructies. Als u problemen ondervindt, laat dan een onderhouds technicus de benodigde aanpassingen maken. •...
De stof trekt Mogelijke oorzaak: De draadspanningen zijn te strak ingesteld. Oplossing: Verlaag de draadspanningen (pagina 27). Mogelijke oorzaak: De draad rolt niet soepel van het garenklosje af. Oplossing: Controleer het garenklosje om te zien of de draad niet vast blijft zitten. Mogelijke oorzaak: Het gebruik van garen van een slechte kwaliteit of met ongelijke vezels.
Onregelmatige steken Mogelijke oorzaak: De steken zijn niet gebalanceerd. Oplossing: Pas de draadspanningen en mogelijk de snijbreedte aan (pagina 26, 27) Mogelijke oorzaak: De draad rolt niet soepel van het garenklosje af. Oplossing: Controleer het garenklosje om te zien of de draad niet vast blijft zitten. De machine is mogelijk niet goed ingeregen of de draden zijn in de verkeerde volgorde ingeregen.