452163.66.66 · 02/2017 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP LA 6-A - WWP LA 6-AR
5 Opstelling
OPGELET
OPGELET
Bij installatie in de nabijheid van een wand kan de luchtstroming in de aanzuig- en
uitblaaszone sterkere vuilafzetting veroorzaken. De koelere buitenlucht moet zodanig
uitgeblazen worden, dat deze bij aangrenzende verwarmde ruimtes het warmteverlies
niet verhoogt.
OPGELET
OPGELET
Een opstelling op een verzonken ondergrond of op een binnenplaats is niet toegestaan
omdat de afgekoelde lucht zich bij de grond verzamelt en bij langer gebruik weer door
de warmtepomp wordt aangezogen.
5.2
Condensaatafvoer
Het bij het gebruik ontstane condenswater dient vorstvrij te worden afgevoerd.
De warmtepomp dient horizontaal te worden geplaatst, zodat het water goed kan
afvloeien. De condenswaterbuis moet minstens een diameter van 50 mm hebben en
moet vorstvrij worden afgevoerd. Condenswater niet direct in bezinkvijvers en putten
leiden. Agressieve dampen en een niet vorstvrij aangelegde condensaatleiding kunnen
de verdamper vernielen.
Vorstgrens
Condenswaterafvoer
OPGELET
OPGELET
De vorstgrens kan naargelang de klimaatregio variëren. De bepalingen van het
betreffende land moeten gerespecteerd worden.
Warmtepomp
Verwarmingsvertrek en -terugloop
Elektrische leidingen
Stuur- en voedingskabel
10