Hoofdstuk 4 Het bedieningspaneel gebruiken
Inleiding
In dit hoofdstuk worden procedures beschreven voor gebruik van het bedieningspaneel voor
instelling van de opties en functies van de printer. U treft o.a. informatie aan over:
1. Gebruik van de menu's voor printerconfiguratie vanaf het bedieningspaneel
2. Overschakelen van de kopieerapparaat-modus naar de printer-modus
3. Gebruik van de programma's voor key-operators
Figuur 4-1 toont de toetsen die deel uitmaken van het bedieningspaneel met het interactieve
display in de printer-modus.
Voor het extra printerconfiguratiemenu en key-operator-programma, leest u de losse aanvullende
gebruiksaanwijzing.
Het bedieningspaneel gebruiken
Het bedieningspaneel biedt toegang tot een groot aantal functies van de printer. De volgende
mogelijkheden worden geboden:
1.
Afdrukconfiguratie, demonstratie- en testpagina's. De testpagina's bieden informatie die van pas
komt bij het verbeteren van de prestaties van de printer en het evalueren van printerproblemen.
2.
Verandering van de diverse aspecten van de printerconfiguratie voor betere samenwerking met
bepaalde softwareprogramma's. Figuur 4-2 biedt een volledig overzicht van de menu's van het
bedieningspaneel.
3.
Instelling van het IP-adres voor het netwerk en de instelling van de netwerkpoort. (Als er geen
netwerkkaart geïnstalleerd is, worden deze instellingen niet afgebeeld.)
4.
Gebruik van key-operator programma's voor het veranderen van de printerinstellingen, zoals de
belichtingsinstelling om het contrast van afgedrukte documenten te regelen. Zie Key-operator
programma's in dit hoofdstuk.
DATA
ON LINE
AFDRUKKEN
KOPIËREN
De indicaties op het bedieningspaneel en de interactieve display verschillen per land en gebied.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
KLAAR VOOR PRINTEN.
SPECIALE
FUNCTIES
DUBBELZIJDIGE
KOPIEERFUNCTIE
UITVOER
ON-LINE
OFF-LINE
Figuur 4-1. Toetsen op het bedieningspaneel
A4R
A4
1 .
A3
2 .
B4
A4
3 .
5 .
A5
4 .
PAPIERFORMAAT
MENU
27
1
2
3
4
5
6
7
8
9
C
ACC.#-C
0
P
CA