Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktechnieken
Inleiding
In dit hoofdstuk worden alle geavanceerde afdrukfuncties en mogelijkheden van de printer
beschreven.
Het volgende gedeelte biedt een overzicht van de mogelijkheden en beperkingen van iedere functie
en de groepen van functies. Voor gebruik van deze functies is het aanbrengen van veranderingen
in de printerdriver vereist. Zie voor informatie over gebruik van de functies van de printer met een
bepaalde printerdriver de ON-LINE Help-bestanden die samen met de printerdrivers zijn
bijgeleverd.
OPMERKING
Zie tabel 2-2 in het gedeelte De beste printerdriver selecteren voor informatie over de functies die door een
bepaalde printerdriver ondersteund wordt.
De mogelijkheden van de printer regelen vanuit de
printerdriver
De toegangsmethode tot de printerfuncties wordt onderstaand beschreven voor ieder ondersteund
besturingssysteem.
Alvorens de printerdriver in te stellen, controleert u de volgende items.
•
De SHARP AR-PB2 printerdriver (SHARP AR-PB2 PS, SHARP AR-PB2 PS PPD of SHARP AR-
PB2 PCL5e) is geïnstalleerd in de computer die gebruikt gaat worden. Indien niet, raadpleeg
"PRINTERDRIVERS INSTALLEREN" op bladzijde 8.
•
De bovenvermelde printerdriver is geselecteerd.
Windows 95, Windows 98 of Windows NT 4.0
1. Vanuit het programma, selecteert u Bestand/Afdrukken.
2. Klik op de 'Eigenschappen' knop.
3. De eigenschappen van de SHARP AR-PB2 printerdriver zullen worden afgebeeld.
4. Maak de gewenste instellingen op ieder tabblad.
5. Klik op de 'OK' knop om de instellingen vast te leggen en Eigenschappen te verlaten.
In sommige programma's kan de hierboven beschreven methode niet worden gebruikt. In dat geval, ➀ klikt u
OPMERKING
op de 'Start' knop van de computer, en vervolgens selecteert u 'Printers' uit Instellingen. ➁ Wanneer u
Windows 95/Windows 98 gebruikt, klikt u met de rechter muisknop op het pictogram van de printerdriver in de
map 'Printers' en selecteert u 'Eigenschappen' uit het menu. Wanneer u Windows NT 4.0 gebruikt, klikt u met
de rechterknop van de muis op het pictogram van de geïnstalleerde printerdriver in de map 'Printers' en
selecteert u "Standaardwaarden document" uit het menu. Ga vervolgens verder met bovenstaande stap 3.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
14