Verwarmingsfunc‐
tie
Onderwarmte
SPECIAAL
Verwarmingsfunc‐
tie
Inmaken
Drogen
Borden warmen
Deeg laten rijzen
Ontdooien
Gratineren
Lage temperatuur
garen
Toepassing
Voor het bakken van taarten met een krokante bodem en het bewaren
van voedsel.
Toepassing
Voor het inmaken van groenten (bijv. augurken).
Om in plakjes gesneden fruit, groenten en champignons te drogen.
Om borden voor het serveren op te warmen.
Om het rijsproces van gistdeeg te versnellen. Het voorkomt dat het opper‐
vlak van het deeg uitdroogt en houdt het deeg elastisch.
Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd is afhankelijk
van de hoeveelheid ingevroren voedsel en de grootte daarvan.
Voor gerechten zoals lasagne of aardappelgratin. Voor gratineren en brui‐
nen.
Om malse, sappige braadstukken te bereiden.
DAGELIJKS GEBRUIK
17/44