Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kenmerken Schouwaansluiting; Stookruimte; Schouwaansluiting - ACV HeatMaster 200 N Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor HeatMaster 200 N:
Inhoudsopgave

Advertenties

KENMERKEN SCHOUWAANSLUITING

Volume verbrandingskamer
Massadebiet van de rookgassen
Drukverlies in rookgaskring
Diameter schouwbuis
Netto temperatuur rookgassen
B23

STOOKRUIMTE

- Zorg ervoor dat de eventuele verluchtingsopeningen te allen
tijde vrijgehouden worden.
- Sla geen ontvlambare producten in deze ruimte op.
- Sla geen corrosieve producten zoals verven, oplosmiddelen,
zouten, chloorproducten of andere reinigingsproducten op in de
nabijheid van het toestel.
- Indien u een gasgeur waarneemt ontsteek geen licht, sluit de
gaskraan aan de meteraansluiting, verlucht de ruimte en verwittig
uw installateur.
- De sokkel waarop de ketel wordt geplaatst, moet gemaakt zijn
van onbrandbaar materiaal.

SCHOUWAANSLUITING

- De aansluiting dient te gebeuren conform de NBN D51-003,
rekening houdend met de plaatselijke voorschriften van de
energieleverancier, de eisen van de brandweer en de hinderwet.
- De diameter van het schouwkanaal mag niet kleiner zijn dan de
diameter van het afvoerkanaal van de ketel.
Schouwaansluitingstype B23
De aansluiting op de schouw gebeurt met een metalen buis, die
schuin oplopend tussen de ketel en de schouw wordt geplaatst. Een
schouwverbindingsstuk is noodzakelijk.
Het moet vlot demonteerbaar zijn om bij het onderhoud van de ketel
de verbandingskanalen te kunnen bereiken.
Minimum stookruimte
ventilatie
HeatMaster® 200 N
cm
2
HeatMaster® 200 F
cm
2
Afmetingen
schouwtype B23
HeatMaster® 200 N Ø mm
HeatMaster® 200 F
Ø mm
Opmerking:
Daar de voorschriften van land tot land variëren, geldt de
bovenstaande tabel slechts als leidraad.
NL
TECHNISCHE KENMERKEN
Ventilatie
Bovenverluchting
Onderverluchting
A
B
≥ 250
≥ 500
≥ 250
≥ 600
Hoogte = L
5 m
10 m
15 m
300
250
250
320
270
250
A1007857-664Y6300 • C
HeatMaster® 200 N
m
0,14
3
g/s
Pa
130
mm
250
°C
143
Het hoge rendement van onze ketels heeft voor gevolg dat
de rookgassen een lage temperatuur hebben. Hierdoor
bestaat het risico dat de rookgassen condenseren, wat in
bepaalde schouwen tot beschadiging kan leiden. Om dit
risico te vermijden bevelen we aan de schouw met buizen
te voorzien. En om een terugstroom van condensaten
naar de ketel te beletten is een condensatenopvang er
aan het rookgas uitgang van de ketel ook aanbevolen.
Raadpleeg uw installateur voor meer informatie over dit
onderwerp.
A
L
HeatMaster® 200 F
0,14
83,0
170
250
147,5
B 23
B
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Heatmaster 200 f

Inhoudsopgave